Herinvesteringsreserve verruimd
Hoe zit het ook alweer? Als de opbrengst van een verkocht bedrijfsmiddel hoger is dan de boekwaarde, moet u over deze boekwinst belasting betalen. Als u echter van plan bent de opbrengst van het bedrijfsmiddel te gebruiken voor investeringen in uw bedrijf, kunt u de belastingheffing uitstellen door een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen.
Nieuw Besluit. Er is de afgelopen jaren heel wat afgeprocedeerd over de HIR. Daarbij is de toepassing van de HIR in bepaalde gevallen door de rechter verruimd. Reden voor de staatssecretaris om deze verruimingen in een nieuw Besluit vast te leggen. We laten een aantal opmerkelijke verruimingen even kort de revue passeren.
Gedeeltelijke vorming HIR. Volgens de wettekst kan bij de verkoop van een bedrijfsmiddel de (netto)boekwinst niet worden gesplitst in een deel waarvoor een HIR wordt gevormd en een deel waarover wordt afgerekend. Als niet het voornemen bestaat de gehele opbrengst te herinvesteren, kan bij een letterlijke interpretatie van de wettekst dus geen HIR worden gevormd.
Goedkeuring. De staatssecretaris keurt nu goed dat als het voornemen bestaat een deel van de opbrengst te herinvesteren, voor dat deel een HIR mag worden gevormd, dan wel in stand worden gehouden. Voor het deel van de boekwinst waarvoor geen voornemen tot herinvestering bestaat (dan wel later vervalt), kan dus geen HIR worden gevormd (dan wel dient vrijval plaats te vinden).
Staking onderneming en HIR. Als bij staking van een onderneming bepaalde bedrijfsmiddelen overgaan naar het privévermogen van de ondernemer tegen de waarde in het economisch verkeer (onttrekking), moet direct met de fiscus worden afgerekend over de meerwaarde. Bij een onttrekking is de vorming van een HIR niet toegestaan.
Goedkeuring. Er is nu echter een verruiming voor bedrijfsmiddelen die met of bij de staking zijn onttrokken aan de ‘oude’ onderneming en die vervolgens zijn ingebracht in een nieuwe onderneming. Deze inbreng wordt voortaan als aanschaf gezien, waarbij de waarde van het ingebrachte bedrijfsmiddel als aanschaffingskosten wordt aangemerkt. Kortom: geen afrekening bij staking van een onderneming waarbij ‘oude’ bedrijfsmiddelen worden ingebracht in een nieuwe onderneming.
Afboeking HIR binnen een boekjaar. Goedgekeurd is dat ingeval in een boekjaar een HIR is gevormd, deze HIR kan worden aangewend op de aanschaffing van bedrijfsmiddelen van zowel vóór als ná het tijdstip van vervreemding van het bedrijfsmiddel waarvoor de HIR is gevormd.
U kunt het besproken Besluit van de staatssecretaris downloaden van: http://eenmanszaak.indicator.nl (TE 02.12.08).