Langdurige opdracht? Tóch ondernemer!
Misverstand. In ondernemersland wordt vaak gedacht dat het essentieel is dat men meerdere opdrachtgevers heeft om fiscaal als ondernemer te worden aangemerkt. En dat iemand met één opdrachtgever geen aanspraak kan maken op de ondernemersfaciliteiten. Dat dit zeker niet altijd het geval is, blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Breda (LJN: BV1562).
Welke criteria spelen een rol?
Om vast te stellen of u ondernemer voor de inkomstenbelasting bent, kijkt de fiscus naar de volgende punten:
- duurzaamheid en omvang van de werkzaamheden;
- de beschikbare tijd;
- de winstverwachting;
- het debiteuren- en ondernemersrisico;
- de omvang van de bruto-inkomsten;
- de omvang van de investeringen;
- het aantal opdrachtgevers;
- de bekendheid naar buiten toe.
Afweging. Het is niet zo dat u voor de kwalificatie als ondernemer moet voldoen aan ál deze eisen. Zo kan de omvang van de investeringen best laag zijn, bijvoorbeeld omdat dat in uw branche niet is vereist. En dat ook één opdrachtgever mogelijk is, blijkt wel uit de volgende casus.
Praktijkvoorbeeld met Bob de Bouwer
Zzp’er. Bob werkt tot augustus 2007 in loondienst. Vanaf dat moment begint hij zijn eigen onderneming in de bouwsector, waarbij hij vloeren stort en wanden plaatst. In eerste instantie verricht hij opdrachten voor zijn ex-werkgever.
Nieuwe opdrachtgever. Met ingang van 2008 eindigen deze werkzaamheden en vindt Bob een nieuwe opdrachtgever. Hiervoor verricht hij het hele jaar werkzaamheden en zodoende heeft hij over het jaar 2008 slechts één opdrachtgever. In zijn aangifte inkomstenbelasting past Bob de ondernemersfaciliteiten toe. Hij maakt gebruik van de zelfstandigenaftrek, de MKB-winstvrijstelling en de fiscale oudedagsreserve.
Correctie. De Belastingdienst stelt in 2009 een boekenonderzoek in. Zij concluderen dat er geen sprake is van ondernemerschap. Bob was onvoldoende zelfstandig ten opzichte van zijn enige opdrachtgever. Zodoende werden de hiervoor genoemde aftrekposten gecorrigeerd.
Wat zegt de rechter? De Rechtbank in Breda beslist dat Bob wel degelijk ondernemer is voor de inkomstenbelasting. Hij heeft enkele investeringen gedaan (bedrijfsauto, gereedschap), er was winst te verwachten en behaald én hij werkte voldoende zelfstandig ten opzichte van zijn opdrachtgever. Verder liep Bob ondernemersrisico. Wanneer zijn opdrachtgever de door Bob verrichtte werkzaamheden afkeurde, moest hij deze voor eigen rekening herstellen indien de oorzaak van de afkeuring aan hemzelf te wijten was.
Langdurige opdrachten. Dat Bob slechts één opdrachtgever over 2008 had, vond de rechtbank geen probleem. De aard van de werkzaamheden brengt met zich mee dat er vaak sprake is van langdurige opdrachten.
Zekerheid. Daarnaast vond de rechtbank het logisch dat een startende ondernemer kiest voor zekerheid en daarom een dergelijke langlopende opdracht aanneemt. Bovendien was Bob bezig met het binnenhalen van nieuwe opdrachten.