Lening zonder voorwaarden toch afwaarderen
Wat was er aan de hand?
Lening. Een DGA en zijn echtgenote hebben ultimo 2005 een vordering op A BV van € 348.866,-. Er zijn geen zekerheden bedongen en er is evenmin een aflossingsschema overeengekomen.
Afgewaardeerd. De man en de vrouw waarderen hun vordering over 2005 met € 148.866,- af en brengen, rekening houdend met een rentebijschrijving, ieder een bedrag van € 9.250,- in aftrek als negatieve inkomsten uit het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen (tbs).
Standpunt inspecteur
De inspecteur accepteert de aftrekpost niet.
Standpunt rechter
Geen bodemloze put. De Rechtbank in Breda beslist dat er sprake is van een civielrechtelijke geldlening, aangezien de DGA de terugbetaling van de lening kon afdwingen, en dat er geen sprake is van een ‘bodemloze putlening’.
De rechtbank overweegt verder dat de gehele vordering van een aanmerkelijk belanghouder (ab-houder) op zijn BV op grond van de wettekst onder de tbs-regeling valt en dat hierbij niet van belang is of er sprake is van een al dan niet zakelijke geldlening. De DGA mag volgens de rechtbank het verlies nemen.
Debiteurenrisico. Volgens het Hof in Den Bosch was de DGA ten tijde van het verstrekken van de lening kennelijk van mening dat er voldoende zekerheid bestond dat de BV de lening - zonder het stellen van formele zekerheden - zou kunnen terugbetalen.
Volgens het Hof kan niet worden gezegd dat de geldverstrekking plaatsvond onder zodanige voorwaarden en omstandigheden dat daarbij door de DGA een debiteurenrisico werd gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben genomen. De DGA kan de lening volgens het Hof dan ook afwaarderen.
Geen onzakelijke lening. Dat er geen formele zekerheden waren gesteld, dat er geen aflossingsschema was overeengekomen en dat de rente werd bijgeschreven, staat volgens de Hoge Raad ook niet in de weg aan het oordeel dat er geen sprake was van een onzakelijke lening. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het Hof.
Commentaar
Bij het aangaan van de lening. Of er sprake is van een debiteurenrisico dat een derde niet zou hebben willen lopen, dient feitelijk te worden getoetst ten tijde van het aangaan van de lening.
Het al dan niet hebben van zekerheden kan hierbij relevant zijn.
Tip. Om discussie met de Belastingdienst te vermijden, is het bedingen van zekerheden wel raadzaam.
Let op. Houd er rekening mee dat het prijsgeven van zekerheden of het niet opeisen van de lening gedurende de looptijd, een lening alsnog onzakelijk kan maken met als gevolg dat een verlies dan (alsnog) fiscaal niet aftrekbaar is!
U kunt de besproken uitspraak downloaden van http://belastingen.indicator.nl(BT 17.03.06).
Bron
Hoge Raad, nr. 10/03654