LENEN - INKOMSTENBELASTING - 20.02.2012

Lenen van uw partner in plaats van bij de bank?

Als u bij uw eigen partner een lening kunt afsluiten, bespaart u wellicht op de rente. Fiscaal gezien is het echter oppassen geblazen, want er zijn valkuilen. Waarin schuilt het gevaar, waar moet u op letten?

Wat nou bank? In de huidige crisistijd staan de meeste banken niet echt te trappelen om u een lening te verstrekken. En als het u al lukt, vertaalt onzekerheid zich in een hogere rente. Logisch dus dat u wellicht bij uw eigen partner aanklopt. Dat scheelt meestal in de kosten, maar het kent wél de nodige valkuilen. Zo blijkt uit een recente uitspraak van de Hoge Raad (LJN: BN3442).

Fiscus voorkomt boxvoordeel

Voordeel? Naast de commissie van de bank die u nu in eigen zak steekt, zou er een fiscaal voordeel kunnen zijn vanwege de verschillende tarieven van box 1 en 3. Hier heeft de wetgever echter een stokje voor gestoken. De rente die uw partner ontvangt, wordt namelijk niet belast in box 3, maar in box 1. Dat betekent dat hij of zij er tot maximaal 52% belasting over betaalt. En dus gaat het voordeel van box 3 (heffing van 1,2%) aan de neus van uw partner voorbij. Onder ‘partner’ verstaan we hier overigens naast uw eigen partner ook uw minderjarige kinderen of die van uw partner.

Zachte voorwaarden

Hard als het misgaat. U leent bijv. bij de eigen partner omdat de bank geen krediet wil verschaffen óf vanwege het risico extra rente of onderpand vraagt. Als de partner de lening verstrekt, is het nog maar de vraag of de lening nog wel zakelijk is. Dit is van belang als blijkt dat u de lening niet meer kunt terugbetalen. De partner kan dan naar de centen fluiten. Omdat de lening in box 1 belast is, lijkt het voor de hand te liggen dat het verlies op de lening hier ook aftrekbaar is. Hier denkt de fiscus echter vaak anders over en die vindt daarbij regelmatig de rechter aan zijn zijde.

De rechter aan het werk gezet

Partnerleningen. Onlangs nog deed de Hoge Raad uitspraak in een zaak waarbij een BV aan haar dochter-BV een lening had verstrekt. De onderbouwing van de uitspraak lijkt ook voor leningen tussen partners van belang. In de betreffende zaak concludeerde de Hoge Raad namelijk dat de kredietverstrekkende BV de lening niet kon aftrekken toen deze niet werd terugbetaald. De lening was namelijk aangegaan onder ‘zachte voorwaarden’ en daarom niet zakelijk meer.

Conclusie? Hieruit is dan af te leiden dat ook le­­ningen tussen partners onderling zakelijk moeten zijn. Anders is het niet aftrekbaar voor de verstrekker als de lening niet wordt terugbetaald.

Wat is zakelijk?

Elders ook verkrijgbaar? De uitspraak komt er in feite op neer dat wanneer een lening niet bij de bank wordt verkregen, tegen desnoods een extra rente, de door de partner verstrekte lening niet meer zakelijk is. En dus is aftrek dan niet mogelijk. U zult dus aan moeten tonen dat bij de bank ook een lening verkregen had kunnen worden, maar dat u hier bewust niet voor heeft gekozen.

Leningscontract. Verder moet de lening dus zakelijk zijn, zoals een lening bij de bank met een contract met afspraken over de rente, aflossing, eventueel onderpand en welke sancties er staan op het niet nakomen van de afspraken.

Zekerheid? Het is aan te bevelen vooraf te overleggen met uw belastinginspecteur. Geef aan onder welke voorwaarden u de lening wenst af te sluiten en vraag of deze daarmee voldoende zakelijk is. Zo ja, dan heeft u bij een eventueel faillissement de aftrek in ieder geval zeker gesteld.

Zorg dat een lening bij uw partner zakelijk is, dus dat u een contract met aflossing, rente, onderpand en sancties afsluit. De voorwaarden mogen niet afwijken van de voorwaarden die een bank hanteert. Stel zo de aftrek fiscaal veilig als de lening niet meer kan worden afgelost.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01