Bouwplaats nu op slot voor betaling aanneemtermijnen?
Hekken en sloten. Een aannemer heeft een aannemingsovereenkomst gesloten voor de uitbouw van een hotel. Voor het realiseren van het bouwproject heeft de aannemer een onderaannemer ingeschakeld. Met de opdrachtgever is afgesproken dat de hoofdaannemer hekken plaatst met sloten en waarschuwingsborden waarop staat dat het onbevoegden niet is toegestaan de bouwplaats te betreden. Tijdens de bouw beschikken zowel de hoofdaannemer, de onderaannemer als de opdrachtgever over een sleutel. Zij hebben dus zonder problemen toegang tot de bouw. Dat geldt ook voor leveranciers van de opdrachtgever die elke dag via het bouwterrein goederen afleveren bij de achteringang van het al bestaande deel.
Betalingsproblemen tussen aannemers
Druk op hoofdaannemer zetten. Kort voordat de bouw wordt opgeleverd, komen er betalingsproblemen tussen de hoofd- en de onderaannemer. Om druk uit te oefenen op de hoofdaannemer wil de onderaannemer gebruikmaken van zijn retentierecht. Het retentierecht is “De bevoegdheid van een schuldeiser om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan.”
Toegang tot de bouwplaats ontzegd! Dus vervangt de onderaannemer de sloten en de borden van de hoofdaannemer door zijn eigen sloten en borden. Tevens hangt hij borden op waarop staat dat hij ‘gebruikmaakt van zijn retentierecht’ en ‘dat hij iedereen de toegang tot de bouwplaats ontzegt’. Zowel de hoofdaannemer als de opdrachtgever zijn het daar niet mee eens. Zij stellen door de handelwijze van de onderaannemer schade te leiden en daarom stappen ze naar de rechter.
Bouwwerk in zijn macht hebben? Volgens de wet geldt als voorwaarde dat iemand die een beroep doet op zijn retentierecht, ook daadwerkelijk de zaak (het bouwwerk) die hij onder zich houdt, in zijn macht heeft. Wanneer daarvan sprake is, kan niet in zijn algemeenheid worden gezegd. Dat moet volgens de rechter steeds beoordeeld worden naar de concrete omstandigheden van het geval.
Wat heeft de rechter hier nu beslist?
Uitkijken als er al sloten en borden zijn! In dit geval zegt de rechter (Rechtbank Rotterdam, 11 mei 2011) dat de onderaannemer toen hij zijn retentierecht wilde uitoefenen, niet over de ‘feitelijke macht’ over de bouwplaats beschikte. De bouwplaats was op dat moment immers toegankelijk voor zowel de hoofdaannemer als de opdrachtgever. Pas nadat de sloten en de borden waren vervangen, had de onderaannemer als enige de feitelijke macht over de bouwplaats.
Volgens de rechter is dat echter niet in de haak. Dat wijst er namelijk op dat de onderaannemer alleen maar de sloten en de borden heeft vervangen om de feitelijke macht over de bouwplaats te verkrijgen, zodat hij daarna een beroep kon doen op zijn retentierecht. Maar dat is niet toegestaan! Het eigenmachtig opeisen van de feitelijke macht over een zaak met als doel gebruik te maken van het retentierecht, is onrechtmatig. De rechter besliste dus dat de onderaannemer direct de oude sloten en de borden weer terug moest hangen en zowel de hoofdaannemer als de opdrachtgever alsmede hun personeel en leveranciers, weer toegang tot de bouwplaats moest verlenen.