TUCHTRECHT - 18.01.2012

Omgaan met klachten is altijd lastig ...

Een gynaecoloog liet een gesprek met een patiënte met betrekking tot een in­­greep van 15 jaar eerder, ontaarden in een ruzie. De patiënte diende een klacht in bij het Medisch Tuchtcollege. Waarom wijst het tuchtcollege deze klacht af?

Een klacht over de bejegening

Oude koeien. De klacht over het medisch handelen van 15 jaar geleden is imiddels verjaard. Daar kan het tuchtcollege dus niets meer mee. De klacht over het slecht verlopen gesprek tussen klaag­­ster en haar gynaecoloog wordt door het tuchtcollege echter wél in behandeling genomen.

Communicatie. Het tuchtcollege vindt dat van een professioneel hulpverlener mag worden verwacht dat hij op een behoorlijk niveau communiceert. Boos worden past daar niet in. En tóch wijst het college de klacht van de patiënte af. Hoe kwam dat?

Professioneel handelen

Redelijk bekwaam. Het tuchtcollege wijst er allereerst op dat het er bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen niet om gaat of dat handelen beter had gekund. Het gaat om de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroeps­matig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, re­­ke­­ning houdend met de stand van de wetenschap op het moment van het gesprek én met dat wat er op dat moment in de beroepsgroep daarover als norm of standaard was aanvaard.

Verwijtbaar? De vraag is of deze gynaecoloog in dit specifieke geval in tuchtrechtelijke zin verwijtbaar heeft gehandeld door boos te worden. Daarbij wegen álle omstandigheden mee.

Wat was er nu écht aan de hand?

Eerdere gesprekken. De gynaecoloog verwees de patiënte na de geslaagde ingreep terug naar de huisarts. Daarna heeft hij haar nog driemaal gezien. De klacht die de patiënte toen indiende werd destijds, in 1996, behandeld en afgewezen.

Ongelukkige samenloop. Klaagster heeft 15 jaar later een afspraak gemaakt voor het spreek­uur. Ongelukkigerwijs was dit aan het begin van een (druk) spreekuur zónder dat de gynaeco­loog wist wat het doel van het bezoek was. Daardoor was het de gynaecoloog niet bekend dat de patiënte bij hem een afspraak had gemaakt om (15 jaar later) een afrondend gesprek te hebben.

Begrijpelijk. Het tuchtcollege vindt het voorstelbaar dat de arts onaangenaam was getroffen toen hij, na alles wat er al was gebeurd, klaagster na 15 jaar terugzag. Bovendien was zij de eerste pa­­tiënt op een spreekuur dat door een uitgelopen operatieprogramma te laat was begonnen. Het tuchtcollege vindt het begrijpelijk dat de arts een dergelijk gesprek had willen voorbereiden. Dit ge­­tuigt volgens het college ook van zorgvuldigheid. Verder acht het college het voorstelbaar dat de arts in het gesprek al snel de indruk had dat hij in de verdediging werd gedrukt.

Nieuw gesprek. Het voorstel van de arts om op een ander moment verder te praten vond het college juist. Daarbij siert het hem dat hij klaagster ook nog per brief een gesprek heeft aangeboden.

Onprofessioneel, maar niet klachtwaardig. Dat verweerder, zoals hij zelf erkent, boos is ge­­worden is, is op zichzelf in zijn algemeenheid niet professioneel te noemen. De conclusie van het ­college is echter dat, gelet op alle omstandigheden van dit geval, dit van onvoldoende gewicht is om verweerder hiervan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. (LJN: YG1641).

Als professional wordt van u verwacht dat u tijdens een gesprek met een patiënt op een behoorlijke manier communiceert. Daarbij hoort u niet boos te worden. Als er echter voldoende bijzondere omstandigheden zijn, is zo’n uitbarsting soms tóch niet klachtwaardig.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01