Verzuimboete voorkomen
Tijdig doen van aangifte
Zoals bekend, staan er boetes op het niet tijdig doen van aangifte. Sinds 2009 zijn deze zogenaamde ‘verzuimboetes’ voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting fors verhoogd.
Gang van zaken. Bij het uitreiken van het aangiftebiljet wordt er een uiterste inlevertermijn genoemd. Wanneer deze termijn verstrijkt, moet de Belastingdienst een aanmaning versturen. Als de aangifte dan nog niet tijdig wordt gedaan, kan er een verzuimboete worden opgelegd.
Inkomsten- belasting | Vennootschaps-belasting | |
1e verzuim | € 226,- | € 2.460,- |
2e verzuim | € 984,- | € 2.460,- |
3e en volgende verzuim | € 4.920,- | € 4.920,- |
Inkomsten- belasting | Vennootschaps-belasting | |
1e verzuim | € 226,- | € 2.460,- |
2e verzuim | € 984,- | € 2.460,- |
3e en volgende verzuim | € 4.920,- | € 4.920,- |
Verzachtende omstandigheden? In de meeste gevallen zullen de boetes opgelegd worden zoals hierboven gemeld. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal er een vermindering mogelijk zijn. Dit speelt bijvoorbeeld als u kunt aantonen dat het niet (geheel) uw schuld is dat de aangifte te laat wordt ingediend. Ook uw vermogenspositie kan aanleiding geven om een boete te matigen.
Boete bij eerste verzuim. Er is dusmet name een groot verschil in de hoogte van de boete bij een eerste verzuim. Voor de inkomstenbelasting is de boete dan € 226,- terwijl deze voor de vennootschapsbelasting al meteen € 2.460,- is.
Standpunt rechter
Onlangs moest de Rechtbank in Breda zich in twee gevallen buigen over de eerste verzuimboete voor de vennootschapsbelasting. In beide gevallen was de standaardboete van € 2.460,- opgelegd.
Verschil in boete mag. Allereerst komt de rechtbank tot de conclusie dat een verschil in boete tussen de verschillende belastingen niet onredelijk is. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat een BV over het algemeen een professionelere administratieve organisatie heeft. En bij het niet voldoen aan de regels, als het tijdig doen van aangifte, hoort dan ook een hogere boete.
Nuancering. Vervolgens oordeelt de rechter in het eerste geval dat de BV in kwestie qua omvang en activiteiten nagenoeg gelijk is te stellen met een ondernemer in de inkomstenbelasting. Een boete van € 2.460,- vindt de rechtbank niet meer in verhouding staan. De rechtbank vermindert de boete tot € 500,-.
In het tweede geval maakte de rechter soortgelijke overwegingen. Ook hier betrof het een holding-BV waarin beperkte activiteiten plaatsvonden. De boete werd hier verminderd tot € 1.250,-. De holding-BV was onderdeel van een concern dat zich bezighield met administratieve dienstverlening. Volgens de rechtbank mag er van zo’n organisatie verwacht worden dat er meer aandacht is voor het tijdig indienen van een aangifte.
De boete werd daarom niet zo ver verminderd als in het eerste geval.
Tip. De rechtbank geeft hier een duidelijk signaal dat de boete voor een eerste verzuim in de vennootschapsbelasting vaak te hoog is. Ga dus niet zomaar akkoord met zo’n boete.
U kunt de besproken uitspraken downloaden van http://belastingen.indicator.nl(BT 16.21.06).
Bron
Rechtbank Breda, nr. 11/2595 en nr. 11/3220