IN DE KIJKER - 13.12.2011

Niet tornen aan de bedenktijd!

Wettelijke bedenktijd

Consument-koper. Zoals bekend, geldt voor con-sument-kopers bij de aankoop van een woning een wettelijke bedenktijd van drie dagen. Zo wil men de consument-koper beschermen tegen een overhaaste beslissing. Let op. Dat het moet gaan om een consument-koper betekent dat voor een koper die handelt in de uitoefening van een bedrijf of beroep, de bedenktijd van drie dagen niet geldt.

Twee voorbeelden ter verduidelijking.

1. Een aannemer koopt een woning met de bedoe-ling om deze na een grondige verbouwing te koop aan te bieden. Op deze aankoop is de bedenktijd van drie dagen niet van toepassing omdat de aannemer de woning koopt in de uit-oefening van zijn bouwbedrijf.
2. Een aannemer koopt een woning met de be­­doeling om deze na een grondige verbouwing zelf te gaan bewonen. Op de aankoop is de be­­denktijd van drie dagen wel van toepassing. Hij handelt immers niet als aannemer maar als consument-koper. Dat hij ‘toevallig’ eigenaar is van een bouwbedrijf speelt daarbij geen rol.

Wie verdient hier nu bescherming?

Waarom ook alweer? De invoering van de wette­lijke bedenktijd van drie dagen stelt de consument-koper in staat advies te vragen aan een deskundige, bijvoorbeeld over de koopakte.

Daarnaast kan de bedenktijd worden gezien als een afkoelingsperiode, bijvoorbeeld voor het geval een koper zich heeft laten meeslepen in zijn enthousiasme.

Maar één keer. De wet is ook duidelijk: tussen dezelfde koper en verkoper kan niet binnen zes maanden opnieuw de wettelijke bedenktijd van drie dagen gaan gelden in het geval dat er een nieuwe overeenkomst wordt gesloten ná de ontbinding van de eerste overeenkomst.

Geen onverdeeld genoegen

Extra onzekerheid. Voor de verkoper is de bedenktijd die aan de koper gegund wordt, niet altijd even prettig. Die drie dagen bedenktijd geven toch weer een stuk extra onzekerheid. Maar hoe zit het als een koopovereenkomst is ont­bonden en de verkoper daarna opnieuw onder­handelt met een koper? Het is begrijpelijk dat de verkoper denkt dat er dan geen sprake is van een (­nieuwe) bedenktijd. Klopt dat?

Wat speelde er in de praktijk?

Ontbindende voorwaarde. Het ging hier om een geval dat de eerste koop geen doorgang vond door het intreden van een ontbindende voorwaarde. Later kwam er opnieuw een koopovereenkomst tot stand. Bij deze tweede overeenkomst ontbond de koper de overeenkomst binnen de bedenktijd. Deze verkoper ving dus twéé keer bot ... hij liet het daar niet bij zitten. De wet zegt immers dat een bedenktijd maar één keer kan (binnen zes maanden). Wat vond de rechter (LJN: BR1224)?

Koper kreeg gelijk. De rechter vond dat de verkoper hier over het hoofd zag dat deze uitzondering alleen geldt als beide koopovereenkomsten worden ontbonden met een beroep op de bedenktijd.

Misbruik. In bijzondere gevallen kan een ver­koper betogen dat de koper zijn recht heeft misbruikt door twee keer een beroep te doen op de be­­denk­tijd. Bedenk wel dat voor rechters de be­­scher­ming van de consument meestal zwaar weegt.