FISCOTIP - 17.10.2011

Uw BV als spaarbank

Spaartegoeden in box 3

Peildatum. De belastingheffing in box 3 bedraagt per saldo 1,2% (30% van 4%) van het vermogen op 1 januari (voor zover meer dan het vrijgestelde bedrag van ruim € 41.000,- voor een echtpaar). Dit lijkt weinig, maar afgezet tegen de huidige spaarrente (2 à 3%) is er sprake van een forse belastingdruk. Hoe lager de spaartegoeden op 1 januari, des te lager de heffing. Hoe kunt u dit bereiken?

Vordering op de BV. Een vordering van u in privé op uw BV behoort niet tot het box 3-vermogen. In plaats daarvan bent u in box 1 belasting verschuldigd naar het progressieve tarief (maximaal 52%) over de daadwerkelijk ontvangen rente. Tip. Van de rente is 12% vrijgesteld, zodat feitelijk het tarief maximaal 45,76% bedraagt.

Spaartegoeden uitlenen aan de BV

Door uw spaargelden eind 2011 op te nemen en uit te lenen aan uw BV, voorkomt u dat uw spaartegoeden op 1 januari tot uw box 3-vermogen horen. Let op. U wordt dan wel schuldeiser van uw BV. Als uw BV financieel in zwaar weer dreigt te geraken, is dit alternatief niet aan te raden.

Zakelijke rente. De BV zal u een zakelijke rente moeten vergoeden. Op basis van de rechtspraak kan die rente ook rond de 2% liggen.

Geld terugbetalen. Omdat u over de ontvangen rente belasting verschuldigd bent, lijkt het raadzaam om de renteopbrengst te beperken, bijvoorbeeld door de BV het geld zo snel mogelijk na 1 januari weer terug te laten betalen. Let op. Die opzet is door de wetgever doorzien. Om box 3-heffing te voorkomen, is aan te raden dat de BV de gelden meer dan zes maanden van u leent.

De BV kan de gelden gebruiken voor de bedrijfsvoering (bijv. aflossing rekening-courantkrediet), maar ook op een spaarrekening zetten. Het is wel zaak dat de BV een (fractioneel) hoger rendement maakt dan zij aan u moet betalen. Zakelijke spaarrekeningen vergoeden vaak een wat lagere rente dan u in privé vergoed krijgt. Maar ook dan kan het nog steeds aantrekkelijk zijn.

Een voorbeeld ter verduidelijking

Stel, u krijgt 2% rente op uw spaarsaldo van € 50.000,-, oftewel € 1.000,- per jaar. Daarover betaalt u (afgezien van vrijstellingen) 1,2%, oftewel € 600,- belasting. Netto resteert dan € 400,-. Stel dat uw BV van de bank 1,6% rente krijgt. U leent het geld uit aan uw BV over de periode 30 november tot en met 1 juni.

Dat is € 303,- meer dan ingeval u het geld op uw spaarrekening had laten staan. Feitelijk komt aan u ook nog het bedrag toe dat netto resteert bij de BV (verschil tussen 1,6% en 1,5%).

Let op. De Belastingdienst let steeds meer op geldleningen aan de eigen BV. Het is dan ook zaak dat de lening op zakelijke voorwaarden wordt verstrekt en dat dit allemaal goed wordt gedocumenteerd. De rente waartegen het geld aan de BV wordt uitgeleend, moet zakelijk zijn op het moment van aangaan van de lening.