Sneller duidelijkheid over acceptatie onderneming
Alles heeft twee kanten. Als ondernemer heeft u recht op een aantal specifieke voordelen. U kunt kosten verrekenen en als u verlies maakt, is dit aftrekbaar. Daarnaast bestaan er specifieke voordelen, zoals de zelfstandigenaftrek. Er zijn echter ook nadelen. U moet een administratie bijhouden en belasting betalen als u winst maakt. Belastingplichtigen en de fiscus hebben dan ook meestal een tegengesteld belang bij de beantwoording van de vraag of er wel sprake is van een onderneming.
Wanneer is er een ‘onderneming’?
Drie criteria. Voor de vraag of er fiscaal sprake is van een onderneming, zijn drie criteria van belang. 1. Er moet sprake zijn van deelname aan het economisch verkeer, daarbij moet 2. het oogmerk bestaan om winst te behalen en 3. deze winst moet te verwachten zijn. Als aan alle drie criteria is voldaan, is er fiscaal gezien een onderneming.
Glazen bol. Dat de Free Record Shop als onderneming wordt gezien, zal u niet verbazen. Dat ligt vaak anders voor de zzp’er om de hoek en voor bijvoorbeeld de artiest die na een moeizaam begin van zijn hobby zijn beroep maakt. Ze beschikken niet over een glazen bol en kunnen dus niet met zekerheid zeggen of er winst te verwachten is (derde eis). Terwijl op deze vraag toch een antwoord moet komen.
Toekomstmuziek
Dit speelde ook in de zaak die een muzikant tot en met de Hoge Raad liet uitvechten (LJN: BP5707). De man had een uitkering en verdiende daarnaast nog bij door af en toe op te treden als muzikant. De kwestie betrof het jaar 2005, een jaar waarin hij met zijn optredens ongeveer € 1.000,- verlies had geleden. Dat wilde hij fiscaal aftrekken, omdat hij ondernemerschap claimde.
Valse noten op de zang. De belastinginspecteur ging hierin niet mee en stelde dat niet te verwachten was dat de man in de toekomst met zijn optredens wél winst zou maken. Zou dat namelijk voor de hand liggen, dan zou de man ook in 2005 als ondernemer aangemerkt dienen te worden én zou het geleden verlies aftrekbaar zijn.
Gebruik gegevens toekomst
De aanhouder wint niet altijd. De muzikant kreeg van de lagere rechters geen gelijk en stapte daarop naar de Hoge Raad. Deze bepaalde dat de vraag of er van een activiteit voordeel te verwachten is, in beginsel beantwoord moet worden aan de hand van gegevens uit het jaar zelf. De Hoge Raad bepaalde echter ook dat daarnaast gegevens uit andere jaren gebruikt mogen worden. De discussie was daardoor snel beslecht, want de muzikant had niet alleen in 2005 verlies geleden, maar ook in de vier jaren erna. Volgens de rechter was er dus in 2005 geen winst te verwachten geweest en kreeg de fiscus ook nu gelijk. Helaas pindakaas!
Wat kunt ú hiermee?
De uitspraak betekent dat zowel u als de fiscus de later bekend geworden gegevens over uw winstontwikkeling mogen gebruiken voor de vraag of u al dan niet een onderneming runt. Dat scheelt een hoop trammelant, want over uw winstverwachting valt te twisten, maar niet over al vaststaande winstcijfers. U en de fiscus kunnen dus genuanceerder oordelen over uw status als ondernemer. Dat scheelt onnodig procederen en dus kosten.