Lagere waarde recreatiewoning
Vereniging van Eigenaars. Smit is eigenaar van een vrijstaande recreatiewoning gelegen op een recreatiepark. De WOZ-waarde van deze recreatiewoning is voor 2008 vastgesteld op € 164.000,- en voor 2009 op € 178.000,-. Smit is verplicht lid van de Vereniging van Eigenaars (VvE) van het recreatiepark.
Beheerderswoning. De VvE is eigenaar van de beheerderswoning op het terrein en heeft deze woning gratis aan de beheerder in gebruik gegeven. In ruil daarvoor verricht de beheerder gratis werkzaamheden voor de VvE. De VvE ontvangt voor de beheerderswoning een afzonderlijke WOZ-waardebeschikking. De vastgestelde waarde voor 2008 was € 175.000,- en voor 2009 € 199.000,-.
Waarde lidmaatschapsrecht. Smit vindt dat de waarde van zijn lidmaatschapsrecht (1/41e deel) in mindering komt op de WOZ-waarde. Hij berekent de waarde van het lidmaatschapsrecht op € 13.000,- (2008) en € 13.600,- (2009), dit is inclusief de waarde van de (gratis) werkzaamheden van de beheerder. De gemeente vindt dat de waarde van het lidmaatschapsrecht niet in mindering mag komen en dat de waarde van het recht slechts € 4.285,- (2008) en € 4850,- (2009) bedraagt. Dit is 1/41e deel van de WOZ-waarde van de beheerderswoning.
Wat zegt de rechter? Het Hof in Arnhem beslist dat de waarde van het lidmaatschapsrecht wel op de WOZ-waarde van de recreatiewoning in mindering komt, echter voor de waarde zoals berekend door de gemeente (LJN: BT6224).