Ik wil minder gaan werken, baas ...
De wet. Op grond van de WAA kunnen werknemers een verzoek indien om meer of minder uren per week te werken. De wet kent vooral procedurele eisen. De belangrijkste zijn:
- de werknemer moet min. 1 jaar in dienst zijn;
- het verzoek moet vier maanden van tevoren gedaan worden, schriftelijk en met uitwerking van de nieuwe werktijden;
- een werknemer mag eens per twee jaar een verzoek doen;
- als werkgever kunt u alleen weigeren als u daarvoor een zwaarwegend bedrijfsbelang heeft, waarbij de wet speciaal verwijst naar roosterproblemen, bezettingsproblemen en veiligheidsaspecten;
- de wet geldt alleen voor bedrijven met min. 10 werknemers. Tip. Heeft u minder dan 10 werknemers? Dan geldt de wet niet voor u, maar moet u een eigen regeling maken. Heeft u geen eigen regeling gemaakt? Dan zal de rechter de WAA als basis voor zijn beoordeling nemen.
Verandert er iets?
Voorstel. Minister Kamp heeft onlangs een wetsvoorstel ingediend om de WAA aan te passen waardoor werken nóg makkelijker te combineren wordt met zorgtaken. De belangrijkste wijzigingen:
- iedere werknemer mag straks een beroep doen op de WAA, steeds als hij dat nodig vindt;
- een verzoek mag ook kort voor de aanpassing worden ingediend.
Zwaarwegende bedrijfsbelangen?
Als werkgever mag u een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur alleen maar afwijzen als ‘zwaarwegende bedrijfsbelangen’ zich daartegen verzetten. Als werkgever kunt u zich niet beroepen op argumenten als ‘de werknemer moet altijd bereikbaar zijn voor de klanten’ of ’overdracht van werk is moeilijk vanwege haar specifieke kennis’. Dit soort problemen lost u immers ook op als uw werknemer ziek is of op vakantie.
Argumenten. Als werkgever moet u met specifieke en goed onderbouwde argumenten komen. U moet duidelijk maken waarom het in dit individuele geval niet mogelijk is dat uw werkneemster minder (of meer) gaat werken. Denk bijv. aan:
- uw werkneemster moet haar kennis op peil houden. Daarvoor is het noodzakelijk dat zij een minimumaantal uren werkt, anders drukt de scholingstijd te zwaar op de bedrijfsvoering;
- uw werkneemster moet ook haar vaardigheden op peil houden. Daarvoor is een minimumaantal uren noodzakelijk.
Wat speelde er in de kinderopvang?
Kennis en ervaring. In bepaalde branches kunnen er zwaarwegende bedrijfsbelangen zijn die zich verzetten tegen arbeidscontracten van heel weinig uren. Zo zijn crèches wettelijk verplicht om kwalitatief en kwantitatief goede kinderopvang te verzorgen. En ook in de (para)medische praktijk is het belangrijk om steeds goed geschoolde medewerkers te hebben die over voldoende vaardigheden beschikken.
Vastigheid. Werkgevers in de kinderopvang kunnen zich dan ook vaak met succes op zwaarwegende bedrijfsbelangen beroepen. Bijvoorbeeld als leidsters minder dan drie dagen per week willen gaan werken (zie bijvoorbeeld LJN: AT8844). Kinderen hebben immers een vaste leidster nodig.