Geen klaarblijkelijke fout, geen waarschuwingsplicht!

Aannemingscontract voor bouwwerk. Een collega-aannemer heeft een aannemingscontract gesloten voor de constructie van een bouwwerk. Het ging concreet om een piramide. Op het contract zijn de algemene voorwaarden UAV 1989 van toepassing. In opdracht van de opdrachtgever zijn het ontwerp en de bouw- en bestektekeningen van de piramide getekend door een architect. Volgens deskundigen gaat het om een risicovol ontwerp.

Verzakkingen van het bouwwerk

Had aannemer moeten waarschuwen? Nadat de piramide is opgeleverd, worden er door de op­­dracht­­gever verzakkingen onder het bouwwerk geconstateerd. De opdrachtgever legt de schuld daar­­voor bij de aannemer. Volgens hem had de aan­­nemer hem tijdig moeten waarschuwen dat het ging om een risicovol ontwerp en dat dit de no­­dige problemen zou kunnen veroorzaken. Omdat de aannemer verzuimde te waarschuwen, lijdt de opdrachtgever nu schade. En voor de voldoening van die schade stelt hij de aannemer aansprakelijk. De aannemer wijst echter resoluut iedere aan­­sprakelijkheid van de hand. Dus stapt de op­­drachtgever naar de rechter.

Deskundigheid. Volgens de bouwrechter (Raad van Arbitrage, 18 november 2009) zijn er verschillende factoren van belang om te bepalen of de aannemer een waarschuwingsplicht heeft. Één van die factoren is de mate van deskundigheid die bij de aannemer aanwezig mag worden geacht. Die staat los van de kennis en deskundigheid van de opdrachtgever. Dus: ook al is de opdrachtgever zelf deskundig genoeg en voldoende geïnformeerd, dat betekent niet dat daardoor de waarschuwingsplicht van de aannemer komt te vervallen!

Belangrijk is ‘een klaarblijkelijke fout’!

Geen duidelijke fouten? Volgens de bouwrechter zijn echter óók van belang de eventuele fouten in het ontwerp en de mate waarin die fouten op voor de aannemer waarneembare wijze aan het licht treden.

Op basis van de algemene voorwaarden is de aannemer verplicht de opdrachtgever te waarschuwen als er een klaarblijkelijke fout in het ontwerp zit. Maar nadat de rechter het ontwerp heeft bestudeerd, komt hij tot de conclusie dat er geen sprake is van een klaarblijkelijke fout. Weliswaar is het een risicovol ontwerp, maar duidelijke fouten in dat ontwerp worden door de rechter niet geconstateerd.

Hoe oordeelt de bouwrechter nu?

Aannemer niet aansprakelijk. Dat aan het ontwerp risico’s waren verbonden, was bij de op­­drachtgever bekend. De opdrachtgever kwam nota bene zelf aanzetten met een deskundigenrapport waarin werd geconcludeerd dat het een risicovolle bouwtechniek betrof.

Door deze kennis die bij de opdrachtgever aanwezig is, én door het feit dat het bouwontwerp geen duidelijke fouten bevat, is het volgens de rechter onredelijk om eventuele schade af te wentelen op de aannemer.

Het argument dat de aannemer heeft verzuimd om de opdrachtgever tijdig te waarschuwen, houdt dan ook geen stand. De bouwrechter oordeelt dat in dit geval op de aannemer geen waarschuwingsplicht rust en dat hij dus ook niet voor de schade aansprakelijk kan worden gesteld.