IN DE KIJKER - 06.10.2011

Bedenktijd ook bij bedrijfspanden?

Onlangs besliste de rechter dat de koper van een bedrijfspand terecht de ontbinding van de koop had ingeroepen in de bedenktijdperiode. Maar de bedenktijd is toch alleen van toepassing bij de verkoop van woningen? Hoe zit dat?

Bedenktijd

In 2003 heeft de ‘bedenktijd’ een wettelijke basis gekregen. In de tijd dat huizen als warme broodjes over de toonbank gingen, gebeurde het nogal eens dat aspirant-kopers na hooguit één bezichtiging een aankoopbeslissing moesten nemen.

Drie dagen. Om particuliere kopers van woningen daartegen te beschermen, is de bedenktijd in het leven geroepen: een consument-koper heeft het recht om de koop binnen drie dagen na ontvangst van een afschrift van de getekende koopakte ‘zonder opgaaf van redenen’ te ontbinden.

Alleen bij woningen ... De bedenktijd geldt alleen voor consument-kopers van woningen. De wet zegt dat van deze regeling ‘niet ten nadele van de koper’ kan worden afgeweken. Zou een verkoper al willen bedingen dat de koper afziet van de bedenktijd, dan zal dat dus geen stand houden.

Let op. Ook wanneer een contract helemaal niets over de bedenktijd vermeldt, kan de koper daar toch een beroep op doen.

… of ook bij bedrijfspanden?

Duidelijk is dus dat de wettelijke bedenktijdregeling alleen op woningen ziet. Toch honoreerde de rechter onlangs een beroep van de koper van een bedrijfspand op ontbinding in de bedenktijd (LJN: BR4109). Wat speelde er?

Afspraak in overeenkomst. In het bewuste koopcontract was, waarschijnlijk per vergissing, een bedenktijdclausule opgenomen. De opsteller van het contract had blijkbaar niet ‘verder gekeken dan zijn neus lang was’ en het normaal gebruikelijke model uit de kast getrokken. Het vervelende was alleen dat dit model een koopcontract van een woning betrof. Prompt riep de koper binnen drie dagen nadat hij een kopie van het koopcontract had ontvangen, ontbinding van de koop in. De verkoper accepteerde dat niet.

Voor de rechter. Hoofdargument van de verkoper was dat een schriftelijke overeenkomst in dit geval niet vereist was en dat de koper te laat de ontbinding had ingeroepen. De rechter ging hier echter niet in mee. Nu het koopcontract uitdrukkelijk een bedenktijdartikel met de gangbare ‘spelregels’ bevatte, kon de koper daar wel degelijk een beroep op doen, ook al ging het hier om een bedrijfspand.

Wat kunnen we hiervan leren?

Als uit deze zaak iets duidelijk wordt, is het wel dat een koopcontract zorgvuldig moet worden opgesteld. Verder is een belangrijke les dat bij een koopovereenkomst met betrekking tot commercieel vastgoed nooit standaard een bedenktijdclausule met ontbindingsmogelijkheid moet worden opgenomen. Professionele partijen zullen dat ook zelden willen. Let op. Een dergelijke clausule kán wel in een koopcontract van een bedrijfsmatig object worden opgenomen. Het besproken geval toont aan dat een koper er dan ook daadwerkelijk een beroep op kan doen.

Tip. Als uw cliënt een bedrijfsobject wil kopen en de verkoper zijn verzoek om het opnemen van een bedenktijdregeling in het koopcontract afwijst, dan kan mogelijk een andere oplossing worden gevonden. U kunt bijvoorbeeld vragen of uw cliënt een optie op het pand kan krijgen, zodat u een bepaalde periode heeft om uw huiswerk te doen. Ook kan uw cliënt met het sluiten van de koop wachten of kunt u in het contract de nodige (ontbindende) voorwaarden opnemen.

Hoewel de bedenktijdregeling uitdrukkelijk voor woningen geldt, kan deze ook in een koopcontract van een bedrijfspand worden opgenomen. Als de verkoper dit niet wil, vraag dan of uw cliënt een optie op het pand kan krijgen zodat u nog even de tijd heeft om ‘uw huiswerk’ te doen.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01