KOSTENAFTREK - 28.09.2011

Belastinginspecteur mag niet uw witte jas aantrekken

Als u kosten maakt voor uw praktijk, zijn deze in de regel gewoon aftrekbaar. Of de kosten ook noodzakelijk zijn, bepaalt u zelf en dat kan voor de fiscus geen reden zijn om de aftrek te weigeren. Wat te doen als dit toch gebeurt?

Wie is hier medicus, u of ik? U zult vast van mening zijn dat u het beste weet hoe u uw praktijk moet runnen. Ook de belastingwetgever gaat hiervan uit. Dit betekent dat wanneer ú vindt dat u bepaalde zakelijke kosten voor uw praktijk moet maken, dit ondernemingskosten zijn en dús aftrekbaar. De wetgever heeft hierop slechts een paar uitzonderingen toegestaan. Die kosten zijn niet af­­trekbaar of niet helemaal. Met de mening van de inspecteur heeft u verder niks te maken. Die moet zich met zijn eigen zaken bemoeien en niet met uw praktijk. Hoewel hij daar zelf wellicht anders over denkt. Een recent voorbeeld ...

Succesvol advies

Ondernemer. Vorige maand stond een ondernemer voor de rechter die duidelijk niet gecharmeerd was van de bemoeizucht van de inspecteur (LJN: BR6087). De ondernemer in kwestie betrok marketingadviezen van een derde, waarvoor deze in ruil een pakket aandelen had gekregen plus een maandelijkse betaling van € 16.000,-.

Fiscus. Na een boekencontrole achtte de inspecteur de betaalde fees niet aftrekbaar. Hij achtte de beloning in de vorm van de aandelen meer dan voldoende en vond de extra betaling voor de marketingadviezen niet aftrekbaar en niet zakelijk.

De rechter. De marketingadviezen bleken echter duidelijk uit de gehele bedrijfsvoering, waaronder 25 ordners met ruim 52.000 e-mailberichten! Bo­­vendien waren de adviezen aantoonbaar succesvol geweest, was de omzet jaarlijks verdubbeld en de uitgaven bedroegen nog geen 3% van de totale uitgaven aan adviezen. De succesvolle ondernemer werd dan ook in eerste instantie en in hoger beroep in het gelijk gesteld.

Wanneer kan inspecteur wél ingrijpen?

Wanverhouding. Uit de uitspraak blijkt dat ú dus bepaalt welke kosten u maakt voor uw praktijk en niet de inspecteur. Hij kan niet op uw praktijkstoel gaan zitten, ook al zou hij bepaalde uitgaven nog zo onzinnig vinden. Alleen als er een wan­­verhouding bestaat tussen bepaalde uitgaven en de opbrengst ervan, kan de fiscus ingrijpen. De inspecteur moet aantonen dat geen redelijk denkende praktijkhouder onder dezelfde omstandigheden dergelijke uitgaven zou doen.

In vogelvlucht. De rechtspraak leert dat dit alleen in uitzonderingsgevallen aan de orde is. Zo werd een keer een medicus teruggefloten die vanuit Frankrijk regelmatig met een eigen vliegtuig naar zijn praktijk in Nederland vloog en de volledige kosten als zakelijk wilde opvoeren.

Welke beperkingen kent de wet?

Gemengd voordeel. De wet kent nog een aantal beperkingen. De bekende ‘gemengde kosten’ oftewel: de kosten waaraan volgens de fiscus deels een privévoordeel zit. Een bekend voorbeeld is een etentje met zakenrelaties dat maar deels aftrekbaar is, omdat u er ook voordeel van heeft.

Standsuitgaven. Een andere beperking zijn zogenaamde ‘standsuitgaven’ oftewel: uitgaven waar­­mee u wilt laten zien hoe succesvol of belangrijk u in het (para)medische wereldje bent. Denk aan dure clubs waarvan men lid kan worden.

De inspecteur doet moeilijk: wat nu? Ga in bezwaar en beroep als de inspecteur onvoldoende argumenten aanvoert om uw kostenaftrek te weigeren.

Ga niet klakkeloos akkoord als de inspecteur bepaalde zakelijke kosten niet accepteert. Hij zal namelijk moeten aantonen dat er een wanverhouding bestaat tussen de kosten en de opbrengst daarvan. Ga in bezwaar en beroep als hij deze wanverhouding onvoldoende hardmaakt.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01