Wat met vordering op de BV?
Wat speelt er? Indien u als directeur-grootaandeelhouder (DGA) een vordering op uw eigen BV heeft, valt deze in box 1. De renteopbrengst is dan belast tegen het progressieve tarief tot maximaal 52%. Normaal gesproken is een vordering belast in box 3 tegen 1,2%. Dit pakt in de regel veel gunstiger uit. Dat een vordering op de eigen BV zwaarder belast is, komt omdat de wetgever misbruik wil voorkomen. U zou zomaar een rente van 15% af kunnen spreken, die bij de BV dan gewoon aftrekbaar is terwijl de vordering bij u slechts belast is in box 3.
Tip. Deze specifieke regeling voor een vordering op de eigen BV biedt echter ook mogelijkheden. Als er economisch weer betere tijden aanbreken, kunt u daar gebruik van maken.
Vordering afgewaardeerd?
Werkelijke waarde. Iedere vordering, ook die van een DGA op zijn eigen BV, moet op de balans staan voor de werkelijke waarde. Als het slecht gaat met uw BV, is het reëel de vordering lager te waarderen dan tegen de nominale waarde. Het is dan namelijk nog maar de vraag of u uw vordering nog wel tot het volledige bedrag inclusief rente terugkrijgt. Is dat niet het geval, dan kunt u de vordering afwaarderen. Wellicht heeft u dit in het verleden al gedaan.
Aftrekpost. Een afwaardering van uw vordering op uw BV komt ten laste van uw inkomen in box 1. Daardoor draagt de fiscus maximaal 52% aan uw mogelijke verlies bij.
Vordering weer opwaarderen?
Als er economisch weer betere tijden aanbreken en dat ook voor uw BV geldt, gaat uw afgewaardeerde vordering weer in waarde stijgen. Prima natuurlijk, want u wilt uw geld wel een keer terugzien. Minder leuk is dat deze waardestijging belast is en wel in box 1. Zonder tegenmaatregelen gaat dit u maximaal 52% kosten. Tijd voor actie!
Vordering overdragen
Om belastingheffing te voorkomen, moet u de vordering tijdig verkopen. ‘Tijdig’ wil zeggen dat u niet kunt wachten totdat duidelijk is dat de vordering weer zijn nominale waarde heeft bereikt. U zult dus een zekere inschatting moeten maken van de kans dat de situatie verbetert en hierop moeten anticiperen.
Tip. Om het voordeel binnen de familie te houden, kunt u de vordering verkopen aan een familielid waarbij de vordering als normale belegging in box 3 gaat vallen. Dat mogen niet uw partner of minderjarige kinderen zijn, maar wel meerderjarige kinderen die zelf minder dan 5% aandelen in de BV hebben. U verkoopt de vordering tegen de afgewaardeerde waarde en bij latere aangroei van de waarde is deze bij hen onbelast. Een leuk voordeel en van schenkbelasting is geen sprake!
Wat is het voordeel? Stel dat u een vordering van € 100.000,- op uw BV heeft. Vanwege de matige financiële situatie is deze nog maar € 50.000,- waard. Afwaarderen levert u maximaal € 26.000,- belastingvoordeel op. Verkoopt u de vordering aan een meerderjarig kind met minder dan 5% aandelen in de BV en stijgt de waarde weer naar € 100.000,-, dan heeft uw kind een onbelast voordeel van € 50.000,-. Had u ditzelfde bedrag geschonken, dan was u € 4.500,- schenkbelasting kwijt geweest. Totaal voordeel: € 30.500,-.