Partner helpt met fiscale bonus mee in bouwbedrijf!

Hulp. Het runnen van een bouwbedrijf als firma heeft veel fiscale voordelen, niet in het minst door de fiscale voordeelregelingen (‘faciliteiten’) die voor ondernemers bestaan.

Hoezo ‘urencriterium’? Veel van de faciliteiten zijn echter gekoppeld aan het voldoen aan het urencriterium. Dat wil zeggen dat men als ondernemer op jaarbasis ten minste 1.225 uur aan zijn of haar onderneming moet besteden.

Zelfstandigenaftrek. U komt dan bijvoorbeeld in aanmerking voor de inkomstenbelastingaftrekpost van de zelfstandigenaftrek van - afhankelijk van de hoogte van uw winst - maximaal € 9.484,-.

Startersaftrek. Bent u nog geen vijf jaar actief als ondernemer, dan komt u ook nog in aanmerking voor de extra startersaftrek van € 2.123,-.

Hoezo ‘addertje onder het gras’?

Al met al gaat het dus om groot geld aan aftrekposten dat u binnen kunt halen, maar bij het urencriterium zit er echter een addertje onder het gras. Uren die worden besteed aan ‘ondersteunende’ werkzaamheden tellen niet mee. Er moet dus volwaardig in de onderneming meegewerkt worden, anders worden die gewerkte uren niet erkend en loopt u de vrijstellingen daarmee tóch nog mis. Maar wat is dat eigenlijk: ‘ondersteunende werkzaamheden’? Dat is een lastige vraag. In een onlangs berecht geval (LJN: BO9508) ging het voor een collega-installatiebedrijf echter goed.

Wat speelde er bij een installatiebedrijf?

Firma. Een onderneemster had samen met haar echtgenoot een vennootschap onder firma. Het ging om een installatiebedrijf zonder werknemers. Mevrouw besteedde in het betreffende jaar 34 uren per week aan haar onderneming. Zo verzorgde ze o.a. technische inventarisaties, bracht ze offertes uit, deed ze de inkopen ten behoeve van de uitvoering van de order. Veel tijd werd besteed aan het feitelijk verrichten (uitvoeren) van werkzaamheden. Ook deed ze de facturering en de administratie. Dat mevrouw ondernemer was en dat ze inderdaad ook het aantal te werken uren had ‘gemaakt’ was geen geschilpunt. Probleem was dat de fiscus vond dat haar werkzaamheden van ondersteunende aard waren. En dus werd haar de zelfstandigenaftrek niet verleend. En zo belandde men bij de fiscale rechter.

Wat heeft de rechter nu beslist?

Hoofdactiviteiten zijn belangrijk. De rechter besliste dat tot de hoofdactiviteiten van het bedrijf niet alleen de feitelijke installatiewerkzaam­­heden moeten worden gerekend, maar ook de inkoop- en de binnendienstwerkzaamheden. Activiteiten dus die rechtstreeks dienstbaar zijn aan de behaalde omzet.

Hoofdactiviteiten zijn volgens de rechter niet van ondersteunende aard. De rechter achtte verder de 15 jaar ervaring van mevrouw relevant voor haar werkzaamheden. Ze kon zelfstandig functioneren! Nu de werkzaamheden niet ‘hoofdzakelijk’ (dus voor 70% of meer) van ondersteunende aard mogen zijn, werd aan de wettelijke voorwaarden voor de zelfstandigenaftrek voldaan.

Conclusie. Belangrijk is het door de rechter gemaakte verschil tussen hoofdwerkzaamheden en andere (bijkomende, ondersteunende) werkzaamheden. Weest u vooral bezig met die hoofdwerkzaamheden! Dan zit u goed.