TUCHTRECHTSPRAAK - 21.01.2011

Op de automatische piloot

U bent zo bedreven in het uitvoeren van een behandeling dat u deze eventueel half slapend kunt doen. Mag u dan, terwijl u uw patiënt behandelt, tegelijkertijd een gesprek voeren met een collega?

Automatische piloot. Anesthesioloog Praatjens was zeer bedreven in het doen van discusdenervaties op de pijnpoli. Toen mevrouw Schijfjes op een dag zijn behandelkamer binnenkwam voor deze behandeling, werd Praatjens net gebeld. Met de telefoon in de hand, al pratende over een epidemie in China, ging hij aan de slag met de behandeling die hij met één hand uitvoerde.

Geen onverdeelde aandacht

Mevrouw Schijfjes vond Praatjens’ gedrag onbehoorlijk, behalve een gebrek aan communicatie verweet zij hem dat hij niet had geïnformeerd of zij nog vragen had.

Lekker belangrijk. Praatjens gaf toe dat hij aan het bellen was geweest en dat hij weinig met mevrouw had gesproken tijdens de behandeling, maar onbehoorlijk vond hij dat niet. Hij had ook niet gemerkt dat zij zich stoorde aan het telefoongesprek. Omdat hij de enige anesthesioloog/pijnbestrijder was in zijn ziekenhuis, was het bovendien onvermijdelijk dat hij vaak werd benaderd met vragen die hij direct moest beantwoorden.

Da’s niet netjes!

Hoofd erbij. Hoewel het zou hebben getuigd van goede zorg als Praatjens tijdens de behandeling had verteld wat hij precies deed, achtte het college dit niet verplicht. Dat Praatjens zich tijdens het bezoek van mevrouw Schijfjens had beziggehouden met andere zaken dan haar behandeling vond het college echter een teken van onverschilligheid ten opzichte van mevrouw Schijfjens als patiënt. Dat hij vaak moest worden geraadpleegd voor belangrijke zaken, vond het college geen excuus, en met zijn argument dat hij zo geroutineerd was in deze behandeling dat hij gemakkelijk tegelijkertijd een gesprek kon voeren, miskende hij het recht van de patiënt op zijn volledige aandacht.

Dat moet anders. Dat Praatjens zich niet had verontschuldigd en zijn gedrag niet had uitgelegd, nam het college hem ook kwalijk. Het college vond dat Praatjens zijn praktijkuitoefening moest veranderen; voor zijn contacten met derden moest hij maar andere momenten reserveren.

Berispen. Praatjens had al twee waarschuwingen gekregen vanwege onvoldoende informeren van patiënten. Deze keer was zijn communicatie ver beneden de maat. Omdat hij nog steeds niet leek in te zien dat hij fout zat en niet van plan leek zijn gedrag te veranderen, vond het college het tijd voor een berisping.

De volledige uitspraak kunt u downloaden van http://medicus.indicator.nl (MD 03.19.02).

Kan het erger?

In dit geval kwam Praatjens en nog goed af. Een berisping is een stevige straf, maar gelukkig was de ingreep zonder problemen verlopen. Als de ingreep minder succesvol was geweest, zouden de kaarten waarschijnlijk anders hebben gelegen.

Letsel. Stel nu eens dat mevrouw Schijfjes letsel had overgehouden aan deze ingreep. In een letselschadezaak komt dan aan de orde of Praatjens zorgvuldig heeft gehandeld, ‘zoals een redelijk, bekwaam arts betaamt’. Hij zal duidelijk moeten maken dat hem geen verwijt te maken valt voor de eventuele schade van mevrouw Schijfjes.

Het gedrag van Praatjens zal het voor hem niet eenvoudig maken om te bewijzen dat hem niets te verwijten valt.

Uiteraard is uw aandacht steeds op de patiënt gericht, maar zorg dat uw patiënt dat ook zo ervá

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01