LOONHEFFING - 21.01.2011

Handdruk van goud?

Sinds enkele jaren ontmoedigt de overheid de pensionering voor uw 65e jaar. Zo is het niet meer mogelijk om een VUT-regeling fiscaal gefaciliteerd te vormen. Ook bij een gouden handdruk kan dit een rol spelen. Hoe zit dat?

Gouden handdruk

Wanneer werknemers met een doorlopend contract worden ontslagen, krijgen zij vaak een gouden (of koperen) handdruk van hun werkgever.

Fiscale kwalificatie. Zeker wanneer het gaat om wat oudere werknemers kan de vraag zich voordoen of er fiscaal sprake is van een gouden handdruk of meer van een ‘VUT-achtige regeling’. Immers, de gouden handdruk kan de werknemer in staat stellen om eerder dan bij 65 jaar met pensioen te gaan.

Strafheffing voor werkgever. Dit onderscheid is fiscaal van belang omdat de werkgever bij een VUT-achtige regeling een strafheffing moet voldoen. Let op. De heffing bedroeg in 2010 nog 26%, maar is voor 2011 verhoogd tot 52%.

Strafheffing voor werknemer. Maar ook voor de werknemer is dit van belang. Als de vergoeding op een stamrechtverzekering wordt gestort maar deze als VUT-achtige regeling wordt beoordeeld, dan moet over het rendement ook een strafheffing worden voldaan. In sommige gevallen is direct fiscaal afrekenen dan aantrekkelijker.

Criteria gouden handdruk

In een tweetal Besluiten heeft de staatssecretaris aangeven welke criteria moeten worden gehanteerd bij het maken van het onderscheid tussen een gouden handdruk en een VUT-achtige regeling. In hoofdzaak bestaan deze criteria uit:

  • het kwalitatieve criterium: waarom krijgt iemand een gouden handdruk?
  • het kwantitatieve criterium: stelt de vergoeding de werknemer in staat om vroegtijdig met pensioen te gaan?

Kwalitatief criterium. Wanneer duidelijk is dat een werknemer wordt ontslagen om een andere reden dan om eerder te kunnen stoppen met werken, is er géén sprake van een VUT-achtige regeling. Dit is bijvoorbeeld het geval als er een reorganisatie wordt uitgevoerd, als het ontslag plaatsvindt wegens disfunctioneren of als er onenigheid over het te voeren beleid bestaat.

Kwantitatief criterium. Wanneer niet kan worden voldaan aan het kwalitatief criterium, kan mogelijk het kwantitatief criterium nog uitkomst bieden. Het voldoen aan één van deze twee criteria is voldoende om strafheffing te voorkomen. Aan het kwantitatief criterium is voldaan indien de uitkeringen uit het stamrecht eindigen voordat de werknemer 55 jaar wordt. Ook is aan dit criterium voldaan indien de uitkeringen tezamen met uitkeringen uit prepensioen, VUT, ZW, WW en WAO jaarlijks niet meer bedragen dan 70% van het laatstgenoten reguliere loon. Tip. Het kwantitatief criterium zorgt ervoor dat kleine vergoedingen of vergoedingen aan relatief jonge werknemers niet onder de strafheffing vallen.

Beschikking inspecteur

De inspecteur moet bewijzen dat een uitkering met strafheffing belast moet worden. Echter, voor de gemoedsrust van zowel de werkgever als de werknemer is het verstandig om vooraf hierover duidelijkheid te verkrijgen. Dit is mogelijk door een beschikking aan te vragen bij de Belastingdienst waarin wordt verklaard dat de strafheffing niet van toepassing is.

Let op. Zeker bij oudere werknemers vraagt de verzekeraar of bank ook om een dergelijke beschikking alvorens de vergoeding te accepteren.

Als er sprake is van een VUT-achtige regeling bij ontslag, krijgt u als werkgever een strafheffing van 52%. Stem daarom vooraf met de Belastingdienst de fiscale gevolgen van de voorgenomen ontslagen en gouden handdrukken af.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01