Fiscale behandeling subsidies bosbouw
SBL-regeling. De Regeling Stimulering Bosuit-breiding op landbouwgronden (SBL-regeling) is een regeling (geweest) die gelopen heeft van 1993 tot 2000, om per 2000 vervangen te worden door de Subsidieregeling Natuurbeheer (SN). Met gebruikmaking van deze regeling is in de genoemde periode bijna 525 hectare bos aangelegd. De Regeling stimuleerde bosaanleg op landbouwgronden door het uitkeren van een eenmalige beplantingssubsidie (oftewel een vergoeding voor de kosten van de aanleg van bos op landbouwgrond) alsmede een vaste jaarlijkse inkomenssteun, ter compensatie van de door de landbouwer geleden inkomensderving als gevolg van de aanleg van bos op zijn voormalige landbouwgronden.
Tijdelijk of blijvend bos?
Bij deelname aan de SBL-regeling kon gekozen worden voor de aanleg van tijdelijk of voor blijvend bos. In het kader van de SBL-regeling wordt in dit verband onder tijdelijk bos verstaan: bos waarvoor voorafgaand aan de aanleg een vrijstelling is verleend op grond van de Beschikking vrijstelling meldings- en herinplantplicht. Onder blijvend bos wordt dan vanzelfsprekend verstaan: bos waarvoor voorafgaand aan de aanleg geen vrijstelling is verleend op grond van de Beschikking vrijstelling meldings- en herinplantplicht. De subsidie ter compensatie van inkomensderving wordt bij aanleg van tijdelijk bos gedurende 15 jaar verstrekt en bij aanleg van blijvend bos gedurende 20 jaar. Verder is de vraag of van tijdelijk dan wel van blijvend bos sprake is, van groot belang voor de fiscale behandeling van de verleende subsidie.
Tip. Let erop dat de termijnen in de Beschikking vrijstelling meldings- en herinplantplicht niet worden overschreden. Voordat u het weet zit u met bos dat niet meer gekapt mag worden (althans niet zonder herinplant). Daardoor veroorzaakte waardedaling wordt niet vergoed!
Wat speelde bij de rechter?
Hof. Wat een grondeigenaar overhoudt aan een verleende SBL-subsidie is natuurlijk voor een groot deel afhankelijk van de fiscale behandeling van die subsidie. Onlangs besliste het Gerechtshof Leeuwarden (LJN: BM8761) al dat de fiscus de verleende subsidies (mede op grond van in het recente verleden door de minister gedane toezeggingen) niet voor de volle 100% hoeft vrij te stellen. Volstaan kan worden met een vrijstelling van 80%. In het Besluit op grond van de SBL-regeling wordt nu goedgekeurd dat (om procedures over de omvang van het te belasten deel te voorkomen) de fiscus in ieder geval zal accepteren dat de onbelaste bosbouwcomponent in de subsidie ex artikel 2, onderdeel b, van de SBL voor tijdelijk bos 40% zal zijn, terwijl het vrij te stellen deel voor blijvend bos 80% bedraagt. Daarmee zit het Ministerie op één lijn met het Hof in Leeuwarden, al lijkt er nog een kleine handreiking te worden gedaan door de formulering dat de fiscus ‘in ieder geval’ (lees ‘ten minste’) 80% bij blijvend bos zal vrijstellen.
Advies. Blijf goed letten op de ontwikkelingen rondom de fiscale behandeling van bosbouwsubsidies. Met het nu voorliggende ‘bod’ van 80% voor blijvend bos is er zekerheid, maar in de wereld van bosbouw en subsidies heeft niets een lang leven, en een verdere verhoging van de vrijstelling is niet ondenkbaar. Maar ook in zo’n situatie geldt dat op vaststaande aanslagen niet wordt teruggekomen. Blijven opletten dus, is het devies!