Wie is de eindverantwoordelijke?
Begin dit jaar is een belangrijke ‘Handreiking’ uitgebracht om problemen bij samenwerking te voorkomen. Wat is de betekenis van deze ‘Handreiking’, wie is eindverantwoordelijk en aanspreekbaar?
Gebrek aan regie. In de praktijk doen zich bij samenwerkingen nog veel problemen voor. Vooral wanneer er sprake is van verschillende ziekenhuizen en verschillende artsen, is communicatie met de patiënt, én met collega-artsen, essentieel.
Normen. De inspectie verzocht de KNMG om te zorgen voor duidelijke normen. Dit resulteerde in de ‘Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg’. U vindt de Handreiking op http://knmg.artsennet.nl (zoekterm: verantwoordelijkheidsverdeling).
Handreiking
Deze Handreiking is niet vrijblijvend. Deze gids geeft een normenkader voor samenwerking tussen hulpverleners uit een groot aantal disciplines (artsen, verpleegkundigen, verloskundigen, fysiotherapeuten, apothekers, GZ-psychologen, ziekenhuizen, etc.). Deze beroepsorganisaties hebben de Handreiking allen onderschreven. Op basis van de Handreiking zullen per sector of per thema nadere uitwerkingen of richtlijnen gemaakt moeten worden. Daarvan bestaan al voorbeelden, zoals de Leidraad Ketenzorg Dementie, de Richtlijn ‘Het preoperatief Proces’, de Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens, het Handboek CVA Zorgketen en het Diabetes Zorg Protocol. Er zijn ook ziekenhuizen die een eigen leidraad hebben opgesteld.
Aanspreekpunt voor de patiënt
Centraal staat (aandachtspunt 1) dat voor de patiënt altijd duidelijk moet zijn wie:
• het aanspreekpunt is voor vragen;
• de inhoudelijke eindverantwoordelijkheid heeft;
• de zorgverlening coördineert.
Bij voorkeur is één persoon met deze taken belast, maar vaak is dat niet mogelijk. Per situatie kan verschillen wie welke inhoudelijke verantwoordelijkheid draagt, maar dat moet dan wel expliciet zijn vastgesteld.
Zorgcoördinator. De zorgcoördinator krijgt het mandaat om andere zorgverleners aan te spreken op samenwerking en afstemming en kan bepaalde activiteiten van hen verlangen. Hij moet daadkrachtig kunnen optreden, inzicht hebben in de gevolgen van knelpunten en kunnen afwegen wat voor de voortgang van de zorg nodig is. De zorgcoördinator kan zaken doorgeven aan collega’s die beter in staat zijn een oplossing te realiseren. Wel blijft hij er verantwoordelijk voor dat zij binnen een afgesproken periode stappen ondernemen en dat terugkoppeling naar de patiënt plaatsvindt.
Andere aandachtspunten
In totaal zijn er 13 aandachtspunten. Deze hebben o.a. ook betrekking op:
• een gezamenlijk behandelingsplan;
• afspraken maken over en uitvoeren van patiëntenrechten;
• relevante informatie afstemmen;
• vastleggen en raadplegen van een geïntegreerd dossier;
• schriftelijk afspraken maken over verdeling van taken en verantwoordelijkheden;
• alert zijn op grenzen van deskundigheidsgebieden;
• heldere instructies in opdrachtrelaties;
• risico’s plus controlemomenten bij overdrachtsmomenten;
• stimuleren eigen verantwoordelijkheid patiënt in het zorgproces;
• openheid over incidenten naar patiënt en samenwerkingsverband.