ZOIETS OVERKOMT U TOCH NIET? - 13.02.2009

Bijtelling auto van de zaak per kalenderjaar

Voor ondernemers. Werknemers die in een auto van de zaak rijden, krijgen ieder jaar een bijtelling aan de broek van 25% (of bij milieuvriendelijke auto’s 20% of 14%) van de cataloguswaarde. Voor u als zelfstandige geldt iets soortgelijks; u mag 25%, 20% of 14% van de cataloguswaarde niet van de winst aftrekken. Rijdt u dus als zelfstandige in een auto van € 40.000,- en zijn de totale autokosten in het jaar bijvoorbeeld € 18.000,- geweest, dan mag u maar € 8.000,- van de winst aftrekken (25% x € 40.000,- = € 10.000,- mag u niet aftrekken wegens privégebruik). Tip. Het deel dat u niet van de winst mag aftrekken, kan nooit meer bedragen dan de werkelijk gemaakte autokosten. Waren de totale autokosten bijvoorbeeld € 7.000,-, dan was de bijtelling dus nooit meer geweest dan die € 7.000,-.

Ontkomen aan de bijtelling

U kunt met een auto van de zaak aan de bijtelling ontkomen als u kunt bewijzen dat u met de auto van de zaak in een jaar niet meer dan 500 privékilometers heeft gereden. U moet dan wel een sluitende kilometeradministratie bijhouden.

Een rekenmodel ‘Kilometeradministratie’ voor 2009 kunt u gratis downloaden via http://tipsenadvies.indicator.nl (TA 15.13.02).

Twee auto’s in één jaar? Soms komt het voor dat u in de loop van een jaar een andere auto krijgt, meestal ter vervanging van de voorgaande.

Let op. Als u met één van deze auto’s minder dan 500 kilometer in het jaar privé gereden heeft, wil dit niet zeggen dat voor deze auto de bijtelling niet geldt. De fiscus kijkt namelijk naar het aantal privékilometers dat met beide auto’s in het jaar is afgelegd. Tip. Alleen als dit aantal samen minder is dan 500 kilometer, ontloopt u de bijtelling. Heeft u in een jaar meerdere auto’s ter beschikking zonder dat de ene de andere vervangt, dan geldt gewoon voor iedere auto apart de bijtelling.

Rechtspraak. Voorgaand blijkt ook uit een recente uitspraak van de rechter (LJN: BG1712). De ondernemer (DGA van zijn BV) die deze zaak voor de rechter bracht, beschikte in 2007 over twee auto’s van de zaak. Tot juni 2007 reed hij in een Renault Clio, vanaf juli werd deze vervangen door een Renault Megane. De man had in de Clio alleen zakelijke kilometers gereden, maar met de Megane ook privékilometers afgelegd. Hij had een ‘verklaring geen privégebruik’ ingevuld, maar trok deze in de loop van 2007 weer in, aangezien hij met de Megane ook privé wilde gaan rijden. De verklaring werd weliswaar ingetrokken, maar de inspecteur hief alsnog na over beide auto’s voor het hele jaar 2007. Volgens de rechter heeft de inspecteur gelijk. Het gaat er namelijk om of over het hele jaar 2007 een auto ter beschikking is gesteld. Aangezien dit het geval is, geldt de bijtelling voor het hele jaar. Er is in het jaar namelijk meer dan 500 kilometer privé met de auto’s afgelegd. Dat met één van de auto’s niet privé gereden is, was niet van belang.

Hoe dan wel te berekenen?

De bijtelling wordt berekend gedurende de periode dat de auto’s ter beschikking stonden. In dit geval dus zes maanden over de waarde van de Clio plus zes maanden over de waarde van de Megane.

Wanneer nóg tijdsevenredig berekenen? Had u slechts een deel van het jaar de beschikking over de auto van de zaak, dan geldt de bijtelling ook alleen over dit deel. Houd wel in de gaten dat ook de 500 km-grens naar evenredigheid lager wordt.