Wel/niet geschikt?
Stel, u heeft een werk aangenomen en besteedt een deel daarvan uit. Welke onderzoeksplichten hebben u en uw (onder)aannemer? Wat heeft de rechter beslist in een zaak die bij collega-bouwondernemers hierover speelde?
Wat overkwam uw collega? Aannemer A bouwt een huis in opdracht van B. B zoekt bij G. Stone vloertegels uit voor in de woonkamer. Het gaat om natuurstenen tegels van 85 x 85 centimeter. A vraagt voor de zekerheid aan G. Stone om de door A gelegde ondervloer te komen bekijken. De ondervloer bestaat uit een laag tempex waarop vloerverwarmingslangen met bewapeningsnet en folie zijn aangebracht. Vanwege het materiaal en de maat van de tegels vraagt A aan G. Stone of hij de tegelvloer wil leggen. G. Stone brengt vervolgens een offerte uit voor “het zetten van de tegels in zand/cement (uitgaande van een speciebed van 5 cm.) inclusief voegsel.”
A stemt in en G. Stone voert het werk als volgt uit: op de ondervloer wordt een laag aardvochtige mortel aangebracht waarna de tegels daarop in een nattere specie zijn gezet. Kort daarna gaat de vloer werken en ontstaat schade. A laat door IACT een onderzoek uitvoeren. Hieruit blijkt dat de laag aardvochtige mortel, gelet op het gebruikte flexibele isolatiemateriaal in de onderlaag, onvoldoende sterk was. Omdat ook een verband tussen de tegelbanen ontbreekt zijn de tegels gaan bewegen. Herstel kan alleen door de tegels eruit te halen en opnieuw te leggen. G. Stone weigert echter om de vloer te herstellen waarna A de vloer door een ander bedrijf laat repareren. Kosten: € 27.000,-.
Waarschuwingsplicht aannemer
Fouten? Een aannemer heeft de plicht om zijn opdrachtgever te waarschuwen voor fouten in de opdracht voor zover hij deze fouten kent of redelijkerwijs behoort te kennen. Dit geldt ook bij gebreken en ongeschiktheid van zaken die afkomstig zijn van de opdrachtgever, waaronder de grond waarop de opdrachtgever het werk laat uitvoeren. A vordert daarom van G. Stone de herstelkosten omdat hij hem had moeten waarschuwen voor de ongeschiktheid van de piepschuim onderlaag.
Wat vond de rechter? De rechter (LJN: BG4175) vond dat G. Stone na had moeten gaan of de ondervloer wel geschikt was voor de manier waarop hij de vloer wilde leggen. G. Stone kent immers het belang van een goede ondervloer. G. Stone stelde daarentegen dat hij af moest gaan op datgene wat zichtbaar was omdat de ondervloer al gelegd was en zij deze had moeten openbreken als hij had willen zien hoe die was opgebouwd. Dat is natuurlijk onzin; G. Stone had bij A kunnen en moeten vragen hoe de ondervloer was opgebouwd. Door dit na te laten is G. Stone tekort geschoten in zijn waarschuwingsplicht en is hij in principe aansprakelijk voor de daardoor ontstane schade.
Hoezo mede-schuld?
Maar dat was nog niet alles. Het bleek dat bij dit soort bouwprojecten normaliter stijver isolatiemateriaal wordt gebruikt dan de door A gebruikte tempex.
Anders dan normaal materiaal? Volgens de rechter had A daarom G. Stone er op moeten wijzen dat hij ander materiaal met andere eigenschappen had gebruikt dan ‘normaal’. Verder vond de rechter dat de offerte van G. Stone wel zeer beknopt was. Die vermeldde immers alleen dat de tegels in een speciebed werden gelegd. Die beknoptheid had volgens de rechter voor A aanleiding moeten zijn om G. Stone te vragen of het flexibele isolatiemateriaal in combinatie met het speciebed wel stevig genoeg zou zijn voor de vloer. Omdat A op deze twee punten tekort was geschoten, vond de rechter dat 30% van de schade voor rekening van A moest blijven wegens ‘eigen schuld’.