Samenwonen en een praktijk
Wat is handig om te weten als u een bedrijf heeft en u woont samen? Wat kunt u regelen voor uw beroeps- en privésituatie?
Samenlevingsovereenkomst iets voor u?
Niets geregeld? Het uitgangspunt voor als u samenwoont - en verder niets heeft geregeld - is dat de privévermogens van u en uw partner ook echt privé blijven. Samenwonende partners kunnen in een samenwoningovereenkomst bepalen dat bepaalde goederen door wel als gemeenschappelijk vermogen worden beschouwd. Dat kunnen zowel roerende zaken zijn (inboedel, auto, enz.) als onroerende zaken (het woonhuis). Ook kunt u regelen dat saldi van bepaalde bankrekeningen (vermelding van de bank en het rekeningnummer is belangrijk!) aan ieder van u in gelijke mate toekomen, ongeacht in welke verhouding door u op die rekeningen is gestort. Zélfs kunt u overeenkomen dat alles wat u samen bezit, gemeenschappelijk is.
Wat met uw praktijk? Als één van de partners een eigen praktijk heeft, blijft dat bijna altijd tot het vermogen van die ene partner behoren. Datzelfde geldt voor de aandelen van de BV, waarvan die partner de enige directeur en de enige aandeelhouder is. Over het algemeen is het niet verstandig om de praktijk (of de aandelen) tot het gemeenschappelijk vermogen te laten behoren. Als de relatie namelijk eindigt en het gemeenschappelijk vermogen (waaronder het bedrijf of de aandelen) moet worden toegedeeld aan één van de partners, kan dat grote financiële gevolgen hebben. Het voortbestaan van het bedrijf zou dan in gevaar kunnen komen.
Afspreken. Om de andere partner niet te kort te laten komen, zou u een soort van verrekening van inkomsten kunnen afspreken.
Tip. Zo kunt u overeenkomen dat u naar evenredigheid van uw inkomsten maandelijks een bedrag op een gemeenschappelijke spaarrekening stort. Ook kunt u afspreken dat u beiden voor de helft recht heeft op het saldo van die rekening. Zo is er een stukje inkomensverrekening dat voor de andere partner kan dienen als compensatie voor het feit dat de praktijk op naam van de ene partner staat.
Aansprakelijk voor schulden?
Zelf. Als uitgangspunt geldt dat iedere partner zélf aansprakelijk is voor schulden die hij is aangegaan (bijvoorbeeld door koop) of voor schulden die de eigen persoon betreffen (bijvoorbeeld doordat die persoon schade heeft veroorzaakt). Een hoofdelijke aansprakelijkheid voor schulden die zijn ontstaan ten behoeve van de gewone gang van zaken van het huisgezin (de huishoudkosten), is niet van toepassing op samenwoners. Dat geldt alleen maar voor gehuwde of geregistreerde partners. Daaraan verandert niets als de partners in de samenlevingsovereenkomst hebben bepaald dat ze naar evenredigheid van hun inkomens aan die kosten moeten meebetalen.
Slechts de partner die eigenaar is van de praktijk, is voor de praktijkschulden aansprakelijk. Maar wél hebben de schuldeisers verhaal op de helft van het gemeenschappelijke vermogen dat die partner/ondernemer samen heeft met de andere partner. En uiteraard kan de schuld ook worden verhaald op het gehele privévermogen van de ondernemer.
Hypotheek. Beide partners kunnen ieder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor een schuld die ze samen zijn aangegaan. Dat staat niet in de wet, maar is zo vastgelegd in een overeenkomst. Het bekendste voorbeeld is de hypotheekschuld als de beide partners samen een woonhuis kopen. In de overeenkomst met de bank zal staan dat de bank voor de terugbetaling van de gehele schuld bij ieder van de beide partners kan aankloppen.