Belasting betalen: graag op tijd!
U moet niet alleen uw belasting betalen, maar dat moet ook nog op tijd! Hoe voorkomt u boetes? Wat is beslist? Wat is raadzaam om te doen?
Boetetrammelant. Zoals bekend, kan het te laat betalen van belasting tot gevolg hebben dat u een boete krijgt. Zeker als dat vaker gebeurt, kunnen die boetes ook voor onnozele verzuimen in de papieren gaan lopen. Andersom werkt het helaas niet zo vanzelfsprekend: als de fiscus weer eens in het nieuws komt omdat er een ‘automatiseringszootje’ van gemaakt is, heeft u hooguit recht op wat meer rente, maar niet op een extra schadeloosstelling. Wanneer is nog op tijd betaald en wanneer niet meer? Lees verder over wat er is beslist.
Hoe en wanneer betalen?
Belasting voldoen. U kunt de fiscus op verschillende manieren betalen. U kunt hierbij denken aan de gebruikelijke bank- of giro-overschrijving. Maar u kunt ook contant geld storten bij het postkantoor. Ook is een pin- of creditcardtransactie soms mogelijk. De Belastingdienst zelf heeft in het ‘Besluit bestuurlijke boeten Belastingdienst’ aangegeven wat als de dag van betaling geldt.
Op tijd? Een betaling is op tijd als het geld op de betaaldatum door de fiscus ontvangen is. Dat is niet dezelfde datum als de datum waarop de betaling van uw rekening is afgeschreven, daar zit (minstens) een dagje tussen. U moet dus op deze vertraging bedacht zijn! Doet u dat niet, dan loopt u het levensgrote risico dat uw betaling als te laat wordt aangemerkt, met alle (boete)gevolgen van dien.
Tip. Wilt u zeker zijn dat uw belastingbetaling tijdig is, dan kunt u het beste via internet betalen. Dit gaat sneller dan via de acceptgiro van de fiscus en dus voorkomt u vertraging en boetes.
U kunt een overzicht van ‘Mogelijke fiscale boetes bij niet of te laat betalen’ downloaden van http://bouw.indicator.nl (BW 11.05.03).
Bij storting van contant geld op het postkantoor is de eerstvolgende werkdag de betaaldag.
Wat speelde laatst in Amsterdam? Maar hoe zit het nu als er gepind wordt? Het Hof Amsterdam (nr. 07/00860) heeft onlangs uitspraak gedaan in een zaak waarin een collega-ondernemer had gepind. Hij had de verschuldigde btw over het eerste kwartaal 2006 op 27 april 2006 gepind.
Niks aan de hand? Niks aan de hand, dacht hij, want hij kreeg op het postkantoor een stortingsbewijs waarop stond dat op 27 april 2006 was gestort. De betaling zou - zo dacht hij - de eerstvolgende werkdag bijgeschreven worden. Ruim op tijd allemaal dus. Maar toen begonnen de moeilijkheden.
Kip, ik heb je. Het gepinde bedrag werd pas op 3 mei 2006 op de rekening van de fiscus bijgeschreven. De fiscus zei: “Kip, ik heb je” en bestempelde de betaling als te laat. De ondernemer kreeg vanwege eerdere te late betalingen een boete van 5%. En toen stapte hij naar de rechter.
Niet meer van deze tijd?
Fiscus geeft toe. De stortingsbewijzen voor contante betalingen en pinbetalingen waren identiek. De fiscus zou dus net zo snel over het geld moeten kunnen beschikken. Had de ondernemer eerst met zijn pinpas geld opgenomen, en daarna bij het postkantoor contant gestort, dan had hij wel op tijd betaald! Maar met een pinbetaling was hij te laat. Allemaal niet meer van deze tijd, zo gaf de fiscus zelf toe.
Boete van tafel; op tijd! Dit alles bracht het Hof tot het oordeel dat onder een ‘storting in contanten op het postkantoor’ ook een pinbetaling valt.Omdat de ondernemer op 27 april 2006 had gestort, gold 28 april 2006 als dag van betaling en dat was op tijd! De boete ging mooi van tafel.