BELASTINGEN - RENTE - 26.09.2008

Te hoge voorlopige aanslag en rentevergoeding

Truc. De fiscus strijdt niet met open vizier als het om de inning en uitbetaling van heffingsrente gaat. Rente innen wil men maar al te graag. Als het om uitbetalen gaat, neemt men echter zijn toevlucht tot een truc. Dat is het geval als blijkt dat een ‘voorlopige aanslag’ te hoog is vastgesteld. Het kan de inkomsten- of de vennootschapsbelasting betreffen.

Twee rentesoorten

Heffingsrente. In de belastingwetgeving is geregeld dat vanaf 1 juli van het jaar waarop de (voorlopige) aanslag betrekking heeft er heffingsrente wordt berekend. Dit tot aan de uiterste betaaldatum.

Invorderingsrente. Op een andere plek in de wetgeving staat dat ‘invorderingsrente’ wordt berekend vanaf 1 januari volgend op het kalenderjaar waarop de aanslag betrekking heeft.

Invorderingsrente wordt berekend vanaf de betaaldatum van de aanslag.

Voorlopige aanslag omlaag

Stel, u heeft over het jaar 2007 een voorlopige aanslag betaald ten bedrage van € 50.000,-. Nadat uw adviseur uw belastingaangifte over 2007 heeft ingevuld, blijkt dat u € 40.000,- belasting moet betalen. De voorlopige aanslag is dus € 10.000,- te hoog. Uw adviseur dient de aangifte in. Wellicht stuurt hij ook een briefje mee met het verzoek zo snel mogelijk die € 10.000,- terug te geven.

De Belastingdienst heeft nu drie mogelijkheden:

1. De aangifte meteen inhoudelijk beoordelen en de ‘definitieve’ aanslag vaststellen. Indien de aangifte niet gecorrigeerd wordt, betekent dat een teruggaaf van € 10.000,-. Met een (heffings)rentevergoeding vanaf 1 juli 2007.

2. Een nadere voorlopige aanslag vaststellen voor een negatief (terug te geven) bedrag van € 10.000,-. Ook in dit geval krijgt u (heffings)rente vergoed vanaf 1 juli 2007.

3. De bestaande voorlopige aanslag verminderen met € 10.000,-. Over een dergelijke ‘ambtshalve vermindering’ wordt invorderingsrente vergoed. U krijgt nu dus slechts rentevergoeding vanaf 1 januari 2008.

U voelt het al aankomen. De Belastingdienst kiest standaard voor de derde mogelijkheid. Zodat u een half jaar rente door de neus wordt geboord.

Een lichtpuntje

De Rechtbank Breda (LJN: BE8906) heeft deze handelwijze tot ‘oneigenlijk gebruik van bevoegdheid’ bestempeld. Volgens de belastingrechter is een ‘ambtshalve’ teruggave niet bedoeld voor dit soort gevallen. De rechter vindt dat de inspecteur in de beschreven situatie meer rekening moet houden met de belangen van de betrokken burger. Let op. Er is hoger beroep ingesteld en het kan dus zijn dat deze beslissing niet in stand blijft.

Wat nu?

Krijgt u te maken met een ‘ambtshalve’ vermindering van een voorlopige aanslag, maak dan meteen bezwaar. Verwijs naar de genoemde rechtspraak en eis dat aan u rentevergoeding wordt toegekend vanaf 1 juli van het desbetreffende belastingjaar. Let op. Bedenk verder dat u tijdig (binnen 6 weken na dagtekening van de brief van de fiscus) bezwaar moet maken. Vervolgens is het afwachten hoe deze gerechtelijke procedure gaat aflopen. We houden u op de hoogte.