Rente? Hier met die centen!
In een vorige Tips & Advies Landbouw meldden we u al dat de fiscus zich zeer zuinig opstelt bij belastingteruggaven met (heffings)rente. Wat is nu door de rechter in Breda hierover beslist? Wat is nu raadzaam om te doen?
Geen vergoeding heffingsrente. Een oplossing voor deze praktijken van de fiscus zagen fiscalisten niet zo gauw zitten, omdat tegen een ambtshalve teruggave geen beroep ingesteld kan worden. Maar nu zijn de kaarten mogelijk anders komen te liggen. De Rechtbank Breda (LJN: BE8906, AWB 07/5465) heeft inspecteur en staatssecretaris als het ware ‘de oren gewassen’ en hun handelwijze tot ‘oneigenlijk gebruik van bevoegdheid’ bestempeld.
Rente: krijgen en niet geven
De fiscus strijdt niet met open vizier als het om de inning en uitbetaling van heffingsrente gaat. Innen van rente wil men maar al te graag. Als het om uitbetalen van rente gaat, neemt men echter zijn toevlucht tot een truc. Voor die situatie heeft de fiscus namelijk het slimmigheidje bedacht dat men geen (nadere) ambtshalve aanslag oplegt, maar een (hier totaal niet voor bedoelde) ambtshalve aanslag, mét rentenadeel. Bezwaar en beroep hiertegen zijn in beginsel niet mogelijk.
Wat heeft de Rechtbank Breda beslist?
Ongelijk gekregen. De Rechtbank Breda heeft de fiscus nu teruggefloten. Een belastingplichtige die te veel had betaald op een voorlopige aanslag en dat bedrag met rente terug wilde, stelde dat de ambtshalve vermindering impliciet een weigering betekende om hem een rentevergoeding te geven. Daarvan ging hij succesvol in beroep. De rechtbank besliste namelijk dat de inspecteur, door de vermindering van de voorlopige aanslag te baseren op artikel 65 AWR (de ambtshalve teruggave), van zijn bevoegdheid tot teruggave oneigenlijk gebruik had gemaakt. Met andere woorden: volgens de rechtbank is een ambtshalve teruggave helemaal niet bedoeld voor dit soort gevallen. En terecht! Hoewel hij van de rechter de klappen kreeg, valt de inspecteur persoonlijk in deze zaak niet zo veel te verwijten. Hij deed alleen maar wat de staatssecretaris in een Besluit uit 1991 al eerder had beslist. Maar daar had de Rechtbank geen enkele boodschap aan. Ook de staatssecretaris van Financiën zelf is gebonden aan de wet. De beslissing laat niets aan duidelijkheid te wensen over. Een staatssecretaris die door de rechter op deze manier in het ongelijk wordt gesteld, moet zich eigenlijk toch eens achter de oren krabben.
Wat nu?
Niet vrolijk? De staatssecretaris moet zeker ‘not amused’ zijn geweest met deze uitspraak. Hij heeft nu dan ook hoger beroep aangetekend bij het Gerechtshof in Den Bosch. Vanzelfsprekend is er kans dat het Hof er anders over denkt. Niets is dus nog zeker, maar dat wil niet zeggen dat u het zich kunt veroorloven om stil te zitten.
Tip. Iedere ondernemer die de laatste tijd geld terug heeft gekregen (en belangrijker nog: degenen die zo’n teruggave binnenkort tegemoet kunnen zien) omdat er een ambtshalve teruggave plaats heeft gevonden, moet nu nagaan of er voor hem nog een bedrag aan rente terug te ontvangen valt. U zult er wel om moeten vragen, want spontaan zal er bitter weinig gegeven gaan worden.
Tip. Bedenk verder dat u tijdig (binnen 6 weken na dagtekening van de brief van de fiscus) bezwaar zult moeten maken tegen de (impliciete) afwijzing van het verzoek om rente te vergoeden. Want, is de periode voor het maken van bezwaar verstreken, dan moet u er maar niet meer op rekenen dat er nog iets teruggegeven wordt.