Aanslag met boete; een tweekoppig monster
Doorgaans is er wel leukere post te bedenken dan een belastingaanslag. Uw humeur zal er niet beter op worden als u ontdekt dat in de aanslag ook nog een boete is begrepen. Reageer echter gepast, ondanks uw ergernis. Maar hoe?
Bestuurlijke boete. De Belastingdienst heeft ruime bevoegdheden om boetes op te leggen. En van die bevoegdheden wordt helaas veelvuldig gebruikgemaakt. We spreken hier over zogenaamde ‘bestuurlijke boetes’. Daar komt geen rechter aan te pas, terwijl het toch om zeer forse bedragen gaat. Alle reden om kritisch te zijn als het u overkomt.
Stel, u krijgt een navordering opgelegd door de Belastingdienst, of een naheffing van sociale premies door het UWV, waarbij u tegelijkertijd een boete wordt opgelegd. Waar moet u dan op letten?
De boete is meestal een percentage van het belastingbedrag. Bijvoorbeeld 10% (tot maximaal 100%). Lukt het om via een bezwaar of beroep het belastingbedrag te verminderen, dan zal ook de boete lager uitvallen. Het ligt voor de hand dat u het met de navordering/naheffing niet eens bent en die uitvoerig bestrijdt. Het gevaar is dan dat u daardoor te weinig aandacht besteedt aan de bijbehorende boete. Want die is wellicht volledig ten onrechte opgelegd, of naar een te hoog bedrag/percentage.
In de fout
Bovenbeschreven processuele fout maakte een horecabedrijf dat zich bezighield met de reïntegratie van werkloze werknemers. Bij een looncontrole bleek dat gedurende de afgelopen jaren aan een aantal werknemers een te hoge kilometervergoeding voor woon-werkverkeer was betaald. Door het UWV werd een naheffing sociale premies met een boete opgelegd.
Uw collega verzette zich tegen deze naheffing, en stelde, toen het UWV niet op zijn bezwaren inging, beroep in bij de rechtbank. Het betoogde uitvoerig dat de naheffing onterecht was, ‘en de boete daarom ook’. In feite voerde uw collega aan dat de boete onterecht was voor zover de naheffing dat ook was.
Geen aanvulling van bestuursrechter
De rechtbank verklaarde de naheffing terecht, doch de boete niet. Bijzonder was dat de rechtbank de boete schrapte om redenen die het bedrijf niet had aangevoerd, o.a. het feit dat de Belastingdienst géén boete had opgelegd.
Het UWV ging in hoger beroep en werd door de Centrale Raad van Beroep in het gelijk gesteld (LJN: BC7542). Door de boete onterecht te verklaren was de rechtbank namelijk haar boekje te buiten gegaan. Dit, omdat het bedrijf in feite alleen tegen de naheffing was opgekomen en de boete niet afzonderlijk had bestreden.
Doe uw voordeel met die wetenschap
Indien u tegen een naheffing van sociale premies of tegen een navordering van belasting opkomt die gepaard gaat met een boete, doet u er verstandig aan om ook die boete zo veel mogelijk afzonderlijk te bestrijden. U voert bijvoorbeeld aan:
• dat de boete qua grootte niet in overeenstemming is met de beleidsregels;
• dat de boete hoger is dan in vergelijkbare, u of uw adviseur bekende, gevallen (gelijkheidsbeginsel);
• dat er een vergrijpboete opgelegd is wegens opzet of grove schuld, terwijl er hoogstens sprake is van een onopzettelijke vergissing van u;
• dat uw vergissing ook zonder looncontrole duidelijk kenbaar was voor de belastinginspecteur respectievelijk het UWV, zodat het opleggen van een boete volstrekt onterecht is.