Kijk uit bij waardeoverdracht pensioenaanspraken
Maakt een werknemer bij verandering van dienstbetrekking gebruik van zijn recht op waardeoverdracht van zijn pensioenaanspraken, dan kan dat vanaf 1 januari 2008 flinke financiële gevolgen hebben voor u als nieuwe werkgever.
Recht op waardeoverdracht pensioen
Sinds 8 juli 1994 heeft een werknemer een wettelijk recht op waardeoverdracht van zijn pensioenaanspraken bij verandering van werkgever.
Meenemen en inbouwen. Waardeoverdracht betekent dat de werknemer de bij zijn vorige dienstbetrekking opgebouwde pensioenaanspraken, mag meenemen en mag laten inbouwen in de pensioenregeling die bij de nieuwe werkgever van toepassing is.
Voorkomen pensioenbreuk. Waardeoverdracht is destijds ingevoerd om te voorkomen dat werknemers bij verschillende instanties/werkgevers pensioen opbouwen en daardoor een pensioenbreuk kunnen oplopen.
Binnen zes maanden. Wenst een werknemer zijn oude aanspraken over te dragen, dan moet hij daartoe binnen zes maanden na indiensttreding bij de nieuwe werkgever een verzoek doen.
Let op. In dat geval bent u als nieuwe werkgever verplicht hieraan mee te werken. Na die termijn is overdracht alleen nog mogelijk op vrijwillige basis.
Opletten vanaf 1 januari 2008
Rekenen met marktrente. Vanaf 1 januari 2008 is de overdrachtswaarde, zijnde de berekening van de opgebouwde aanspraken, gebaseerd op de marktrente. En dat kan vele duizenden euro’s schelen, met name indien de verschillende pensioenmaatschappijen verschillende percentages hanteren. Zo is voor 2008 de rekenrente voor pensioenfondsen vastgesteld op 4,9%.
Veel direct verzekerden hebben de aanspraken in de praktijk echter verzekerd op zo’n 3%.
Nieuwe werknemer. Stel nu dat u een 30-jarige werknemer in dienst neemt die al zo’n € 10.000,- aan ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Dan bedraagt de overdrachtswaarde bij 4,9% (stel) circa € 60.000,-. Namens de oude werkgever wordt dan circa € 60.000,- overgemaakt aan de uitvoerder van uw pensioenvoorziening.
Hanteert uw verzekeringsmaatschappij bij de opbouw van de pensioenrechten echter een rente van 3%, dan is het bedrag van € 60.000,- bij lange na niet voldoende maar is een bedrag van circa € 100.000,- benodigd.
En die aanvulling van € 40.000,- komt dan wel volledig voor uw rekening.
Vertrekkende werknemer. Het omgekeerde speelt echter ook. Wordt in uw pensioenregeling nog gerekend met een rente van bijvoorbeeld 3% en een vertrekkende werknemer draagt zijn pensioenaanspraken over naar zijn nieuwe werkgever waar een hogere rente moet worden gehanteerd, dan krijgt u een teruggave van uw verzekeraar.
Rekening houden met bijbetaling
Het nadelige verschil speelt met name bij een waardeoverdracht tussen pensioenfonds en verzekeringsmaatschappij en vloeit voort uit het verschil in de gehanteerde rekenrente.
Het spreekt voor zich dat dit aspect goed in de gaten gehouden moet worden indien u besluit om een nieuwe werknemer aan te trekken.
Let op. Let dus op bij het aantrekken van een nieuwe werknemer. Probeer de details van zijn huidige pensioenregeling te achterhalen en laat uitrekenen of er een bijbetaling moet plaatsvinden indien de nieuwe werknemer van zijn wettelijk recht op waardeoverdracht gebruikmaakt.