Hoofd- of bijgebouw; een berg(ruimte) verschil!
Iemand had bouwplannen maar de buren tekenden hier bezwaar tegen aan. Volgens hen voorzag het bouwplan in een uitbreiding van de bestaande woning en niet in de oprichting van een bijgebouw. Wat heeft de rechter hierover beslist?
Wat speelde laatst bij de rechter? Een gemeente in Nederland had aan de eigenaar van een perceel grond met daarop de bestemming ‘wonen’, vergunning afgegeven voor het bouwen van een berging op dat perceel. De berging zou tegen de bestaande woning worden aangebouwd.
Buren maakten bezwaar. De buren van de eigenaar tekenden bezwaar aan tegen de bouwplannen. Volgens hen voorzag het bouwplan in een uitbreiding van de bestaande woning en niet in de oprichting van een bijgebouw. Dat was in strijd met het bestemmingsplan. Dit omdat volgens het bouwplan in de berging grotere ramen waren voorzien dan normaal voor een berging. Ook ontbrak er een deur naar de tuin aan de achterzijde van het bouwwerk en verder zou de reeds bestaande buitenmuur worden vervangen door een spouwloze binnenmuur. Daarin zou een tussendeur kunnen worden geplaatst. Volgens de buren was er dus geen sprake van ‘een bijgebouw met huishoudelijke berg- en werkruimte’, maar kon de berging worden gezien als een uitbreiding van het hoofdgebouw (de woning). Dus moest de bouwvergunning niet verleend worden. De gemeente ging daarmee niet akkoord en verleende de bouwvergunning tóch. Wat zei de rechter?
Buren kregen geen gelijk!
Wél berg- en werkruimte. Volgens de rechter was er wél sprake van een berg- en werkruimte voor huishoudelijk gebruik en dús was er ook sprake van een bijgebouw in de zin van het bestemmingsplan. De grote ramen, geen deur naar de tuin en een spouwloze binnenmuur maken niet dat de berging geen bijgebouw is. Ook de stelling van de buren dat het niet gaat om een bijgebouw omdat het bouwwerk bouwkundig en architectonisch één geheel vormt met het hoofdgebouw, was volgens de rechter niet van belang. In het bestemmingsplan werden daarover immers geen eisen gesteld. De bouwvergunning was volgens de rechter dan ook terecht verleend. En voor de eigenaar van de woning had de rechter nog een goede tip: als hij te zijner tijd de berging tóch als woonruimte wil gebruiken, moet hij bij de gemeente daarvoor gewoon een vergunning aanvragen.
De gemeente kan dan bekijken of er op het bestaande bestemmingsplan een uitzondering kan worden gemaakt!
Hoe zit de vork juridisch in de steel?
Grond voor wonen. Als in een bestemmingsplan bij een perceel grond de bestemming ‘woondoeleinden’ staat, betekent dit dat deze grond bestemd is voor wonen. Op die percelen mogen dan gebouwd worden en zijn toegelaten (uiteraard na bouwvergunning): hoofdgebouwen (woningen), bijgebouwen, tuinen en erven die dienstbaar zijn aan de toegekende bestemming. Bouwwerken met een andere bestemming mogen daarop niet.
Hoofdgebouw. Een hoofdgebouw is een bouwwerk dat door constructie en/of afmetingen als belangrijkste bouwwerk op een perceel grond valt aan te merken. Dat hoofdgebouw moet uiteraard voldoen aan de bestemming die in het bestemmingsplan aan dat perceel is toegekend. Op een perceel met de bestemming ‘wonen’ mag geen magazijn of ander bedrijfspand worden gebouwd.
Bijgebouw. Als bijgebouw (op een perceel met de bestemming ‘wonen’) wordt beschouwd een bouwwerk dat door indeling en inrichting uitsluitend is bestemd om te worden gebruikt als huishoudelijke (en dus niet: beroepsmatige!) berg- en werkruimte, garage of tuinhuisje.