Eerste hulp bij belastingongeluk

Als horecaondernemer heeft u natuurlijk niet zoals de belastinginspecteur een jarenlange opleiding ‘genoten’ in het fiscale recht. Dus besteedt u, omdat u zich er niet aan wilt branden, het belastingpapierwerk uit aan uw boekhouder en/of belastingadviseur.

‘Foutje’. Ook laatstgenoemde specialisten zijn mensen en kunnen zich dus vergissen. Gaat het om een te laat of geheel niet betaald bedrag aan belasting (bijvoorbeeld loonbelasting of btw), dan hangt het van de zwaarte van het verwijt af of er een ‘vergrijp-’ of een ‘verzuimboete’ zal volgen. Vindt de inspecteur dat er opzet of grove schuld in het spel is, dan kan hij gaan voor de hoge boeten (variërend van 25% tot 100% van de niet-betaalde belasting). Kan hij dat niet aantonen, dan is in ieder geval sprake van verzuim. De bewijslast is dan andersom: als horecaondernemer moet u bewijzen dat u in het geheel geen schuld trof. Verzuimboeten bedragen maximaal 10% van de niet-betaalde belasting.

Wat als de inspecteur zich vastbijt?

Vasthoudende inspecteur. In een rechtszaak die op 15 februari 2008 speelde bij het Gerechtshof in Leeuwarden, bleek de belastinginspecteur tot in hoger beroep een boete te verdedigen van slechts € 204,-. Het betrof een verzuimboete van 5% over een vrijwillig verbeterd belastingbedrag. We vragen ons natuurlijk af of inspecteurs niets beters te doen hebben dan mensen op veel (proces)kosten te jagen voor zo’n luttel bedrag. Hier speelde dat een boekhouder in dienst bij uw collega een fout had gemaakt. Per abuis had hij geen rekening gehouden met het vakantiegeld dat in de maand juni werd uitbetaald. Direct na ontdekking had hij zijn fout vrijwillig verbeterd. Dat was slim, want daarmee had hij voor zijn baas in ieder geval een hogere vergrijpboete voorkomen.

Wat vond de rechter? De rechtbank vond dat uw collega (de opdrachtgever van de boekhouder) niet persoonlijk een verwijt was te maken. De inspecteur had daarvoor geen enkel bewijs aangedragen. De directeur van de BV mocht er normaliter van uitgaan dat zijn boekhouder zijn werk goed zou doen. Er was volgens de rechtbank afwezigheid van alle schuld (AVAS). Zo’n ‘AVAS-geval’ leidt tot vernietiging van de boete.

De inspecteur legde zich er niet bij neer

Gunstig besluit: BBBB! De inspecteur liet het er niet bij zitten en stapte naar de hogere rechter (het Hof). Uw collega zat echter ook niet stil, hij had een voor hem gunstig besluit, Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (= het BBBB), van de fiscus gevonden, dat erop neerkwam dat bij lage bedragen tot € 5.000,- in het geheel geen verzuimboete zal volgen. De vraag werd toen of uw collega-ondernemer zich op dit besluit mocht beroepen.

De inspecteur vond twee argumenten waarom de ondernemer niets aan dat besluit zou hebben. We besparen u de details verder.

Korte metten. Gelukkig maakte het Gerechtshof hiermee korte metten. De inspecteur kreeg uiteindelijk totaal ongelijk.

Tip. Verbeter bij een ‘belastingongeluk’ direct vrijwillig uw fout; daarmee staat u sterk volgens de rechter. Als de inspecteur toch een verzuimboete wil opleggen, doet u een beroep op het voor u gunstige (BBBB-)besluit van de fiscus waarin staat dat dit voor fouten tot € 5.000,- mooi niet mag.