TAXATIE - 29.02.2008

Hoge molens vangen hoge WOZ-waarde

In bepaalde gevallen kunnen windmolens een waardedrukkend effect hebben op de WOZ-waarde van nabijgelegen woningen. De rechter heeft onlangs een belangrijke uitspraak gedaan over de WOZ-waarde van de windmolens zelf.

De opwekking van energie met windmolens zorgt naast het milieuvriendelijke aspect ook voor een hoop ellende. Bovenop de geluidoverlast en horizonvervuiling die sommige van deze molens opleveren, kunnen ze voor omwonenden binnen een straal van 2,5 kilometer ook nog eens een waardedrukkend effect hebben op de WOZ-waarde van hun woning.

Subsidieregelingen

De hoge investeringskosten die voor de bouw van windmolens noodzakelijk zijn, kunnen nog niet worden terugverdiend met de energieopbrengst van de molens alleen. Het opwekken van energie met behulp van windmolens is in Nederland dan ook alleen commercieel haalbaar als de overheid dat stimuleert met subsidie of fiscale regelingen, zoals de energie-investeringsaftrek (EIA).

De EIA komt er kort gezegd op neer dat de ondernemer een extra fiscale aftrekpost krijgt van 44% van het investeringsbedrag. Deze aftrekpost komt bovenop de afschrijvingen.

In het kader van de Wet WOZ bestaat er een discussie of deze gefiscaliseerde subsidies in mindering gebracht mogen worden op de stichtingskosten.

Wat zegt de rechter?

In het onderhavige windmolenpark is bij de vaststelling van de WOZ-waarde geen rekening gehouden met de in het verleden van overheidswege verstrekte investeringssubsidies.

Ook is geen rekening gehouden met de volgende op de waardepeildatum bestaande fiscale faciliteiten, te weten de ontheffing van de regulerende energiebelasting, de VAMIL-regeling (vervroegde afschrijving) en de energie-investeringsaftrek.

Niet objectgebonden. De Hoge Raad oordeelde dat het belastingvoordeel dat ten gevolge van de energie-investeringsaftrek wordt verkregen, de herbouwwaarde van de windmolens niet vermindert. Er is volgens de Hoge Raad aldus geen sprake van een faciliteit vergelijkbaar met een objectgebonden subsidie.

De Hoge Raad oordeelde dan ook dat de EIA niet in mindering mag worden gebracht op de stichtingskosten (LJN: BA2720). De gemeente trekt hier dus aan het langste eind.

Gecorrigeerde vervangingswaarde. Nog interessant om te melden is dat de Hoge Raad vervolgens stelt dat fiscale faciliteiten als de EIA, wel van invloed kunnen zijn op de waarde die de onroerende zaak in economische zin heeft voor de eigenaar (de bedrijfswaarde).

Lagere bedrijfswaarde. Bij het bepalen van de WOZ-waarde voor bedrijfsmatig geëxploiteerde onroerende zaken mag de gecorrigeerde vervangingswaarde namelijk niet uitgaan boven de bedrijfswaarde. Dit betekent dat fiscale faciliteiten mogelijk dus wel van invloed zijn op de hoogte van de WOZ-waarde.

Belang voor de praktijk?

Bij de kritische beoordeling van de WOZ-waarde moet nauwlettend worden gekeken naar eventuele subsidies en naar fiscale stimuleringsmiddelen in het bijzonder. Alleen objectgebonden subsidies mogen in mindering worden gebracht op de stichtingskosten.

Tip. Voor fiscale faciliteiten geldt dat deze mogelijk via een berekening van de bedrijfswaarde wel van invloed zijn op de WOZ-waarde. ‘Niet geschoten is dan ook altijd mis.’

Kijk bij de beoordeling van de WOZ-waarde van bedrijfsobjecten kritisch naar eventuele (fiscale) subsidieregelingen. Volgens de rechter mogen objectgebonden subsidies in mindering worden gebracht op de stichtingskosten.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01