Toedeling woning bij echtscheiding
In veel gevallen wordt bij echtscheiding de voormalige echtelijke woning toebedeeld aan een van beide partners. Een veel gestelde vraag is of er dan eigenlijk overdrachtsbelasting moet worden betaald. Hoe zit dat?
Gemeenschap van goederen
Als de voormalige echtgenoten gehuwd waren in (beperkte) gemeenschap van goederen, dan wordt de toedeling van de gehele echtelijke woning niet gezien als een verkrijging in de zin van de Wet belastingen rechtsverkeer (hierna WBR).
Voor de liefhebbers. Artikel 3, lid 1 letter b WBR zegt dat een verkrijging krachtens boedelscheiding niet wordt gezien als een belaste verkrijging in de zin van de wet. Met andere woorden; een verkrijging door boedelscheiding is vrijgesteld van overdrachtsbelasting.
Let op. Wel is van belang dat er sprake is van enige vermogensrechtelijke gemeenschap tussen de echtelieden, waartoe dan in ieder geval de woning behoort. De vrijstelling gaat namelijk niet op in geval men is gehuwd met uitsluiting van iedere huwelijksgoederengemeenschap. Dit noemt men ook wel ‘koude uitsluiting’.
Koude uitsluiting
Voor de situatie dat er sprake is van ‘koude uitsluiting’ moet bij toedeling van de woning aan een van beide partners aansluiting worden gezocht bij artikel 15, lid 1 letter g WBR.
Op grond van dit artikel geldt ook een vrijstelling van overdrachtsbelasting indien:
• de voormalige echtgenoten de woning gezamenlijk hebben verkregen, en
• de eigendomsverhouding ligt tussen 60% en 40%. Bijvoorbeeld 55%-45% of 50%-50%.
Een aantal voorbeelden ter verduidelijking.
Voorbeeld 1. Karel en Annie hebben tien jaar geleden een woning gekocht voor € 200.000,-. Karel heeft 60% van de eigendom verkregen en Annie 40%. Na hun scheiding wordt de woning aan Annie toebedeeld. De waarde van de woning bedraagt dan € 250.000,-. Annie neemt van Karel 60% over van € 250.000,-, is € 150.000,-.
Deze verkrijging is vrijgesteld van overdrachtsbelasting, omdat het een gezamenlijke verkrijging betrof en de eigendomsverhouding binnen de 60-40 verhouding zit.
Voorbeeld 2. Karel en Annie hebben tien jaar geleden gezamenlijk een woning gekocht voor € 200.000,-. Karel heeft 80% van de eigendom verkregen en Annie 20%. Als Annie het deel van Karel overneemt, is het overgenomen deel groot € 200.000,- (80% van € 250.000,-).
Over dit bedrag moet Annie 6% overdrachtsbelasting, ofwel € 9.000,-, betalen.
Voorbeeld 3. Karel heeft tien jaar geleden een woning gekocht voor € 200.000,-, die bij echtscheiding € 250.000,- waard is. Anne neemt de woning over. Omdat zij de woning destijds niet gezamenlijk met Karel heeft verkregen, is zij overdrachtsbelasting verschuldigd over de gehele verkrijging, die is € 15.000,-.
Conclusie
Ingeval van echtscheiding en toedeling van de echtelijke woning aan een van de partners moet gekeken worden naar het huwelijksgoederenregime om te bepalen of er wel of geen vrijstelling voor de overdrachtsbelasting geldt.
Waren de voormalige echtgenoten getrouwd onder koude uitsluiting, dan geldt de vrijstelling overdrachtsbelasting alleen als de woning destijds gezamenlijk is verkregen in de eigendomsverhouding tussen 60% en 40%.