Baatbelasting als melkkoe?
Gemeentelijke voorzieningen. Als een in een bepaald gedeelte van een gemeente gelegen onroerende zaak gebaat is door voorzieningen die tot stand zijn gebracht door of met medewerking van de gemeente, dan kan van degenen die van de onroerende zaak het genot hebben (krachtens eigendom, bezit of beperkt recht) baatbelasting worden geheven.
Kortweg gezegd, de gemeente kan u dus bijvoorbeeld via een aanslag baatbelasting een bijdrage vragen voor het door haar gerenoveerde winkelcentrum of aangelegde riolering.
De baat van baatbelasting. In de praktijk blijkt dat gemeenten in toenemende mate de baatbelasting gebruiken om kosten te verhalen die zij niet alleen willen dragen. Baatbelasting kan echter uitsluitend worden toegepast indien de voorzieningen er voor zorgdragen dat de onroerende zaak in een voordeliger positie is komen te verkeren. Zo wordt vaak gedacht dat er bijvoorbeeld bij winkels sprake zou moeten zijn van een toename van het aantal klanten of van een hogere omzet. Dat is echter onjuist. De baat van baatbelasting slaat op de verbeterde dan wel meer voordeliger positie van de onroerende zaak als gevolg van de door de gemeente aangebrachte voorzieningen. Let op. Het moeten voorzieningen zijn en geen (achterstallig) onderhoud. Zo mogen bijvoorbeeld de kosten van achterstallige bestratingswerkzaamheden in de meeste gevallen niet via de baatbelasting worden gefinancierd.
Ingewikkelde procedures. De heffing van baatbelasting kent vele procedures waar gemeenten nauwkeurig mee moeten omgaan. Er worden daarbij nogal eens procedurefouten gemaakt, waardoor heel vaak met succes bezwaar tegen een aanslag baatbelasting wordt gemaakt.