Wil uw bank ook te veel?
Als uw bedrijf in een BV zit, loopt u privé tóch risico als u voor de schulden van de BV hypotheek verleent op uw woonhuis. Soms kunt u daar niet omheen. Maar dat is niet altijd het geval. Waar moet u dan aan denken?
Afschermen. Het beschermen van uw privévermogen (uw woonhuis!) is een belangrijke reden om een besloten vennootschap (BV) op te richten. De volledige (juridische) naam is: ‘besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid’. De naam zegt het al: u bent maar beperkt aansprakelijk voor de schulden van de BV.
Failliet. Mocht de BV failliet gaan, dan bent u als aandeelhouder het geld kwijt dat u op de aandelen heeft gestort (meestal € 18.000,-). Maar als u met uw BV niet ‘op de criminele toer’ bent gegaan of als het faillissement van de BV niet te wijten is aan een slechte administratie, hoeft u zich verder geen zorgen te maken.
Maar de bank denkt daar anders over
Zekerheid voor de bank? Maar dat wordt ánders als u voor uw bedrijf (dat in de BV zit!) geld moet gaan lenen bij de bank. Voor de terugbetaling van die kredietfaciliteiten zal de bank zekerheid willen hebben. In de meeste gevallen zal de bank daarvoor een hypotheekrecht willen hebben op uw woonhuis. En zo loopt u privé dus tóch weer een risico! Want als de BV de schuld aan de bank niet meer kan betalen, zal de bank voor de voldoening van die schuld bij u privé aankloppen. En in het ergste geval kan de bank uw woonhuis verkopen om daaruit de schuld te voldoen.
Let op. Zo is uw ondernemersrisico tóch weer in de privésfeer gekomen. En dát wilde u net via de BV vermijden. Wat valt daaraan te doen?
Een praktijkvoorbeeld. Een collega was eigenaar van een woonhuis met een getaxeerde waarde van € 600.000,-. Ook had hij een holdingvennootschap (de Holding-BV) waarin een bedrijfspand zat met een waarde van € 1.200.000,-. Onder de Holding-BV hing weer een andere BV (de werkmaatschappij: Werk-BV) waarin zijn onderneming werd gevoerd. De Werk-BV sloot voor € 400.000,- een kredietovereenkomst met de bank. Maar omdat de Werk-BV zelf niet over voldoende eigen vermogen beschikte, eiste de bank dat de Holding-BV een recht van hypotheek verleende op het bedrijfspand. Maar dat niet alleen: tot zekerheid voor de terugbetaling van de schuld van de Werk-BV eiste de bank óók dat hij privé hypotheek verleende op zijn woonhuis. Anders zou de lening aan de Werk-BV niet doorgaan! Omdat uw collega het geld snel nodig had, ging hij akkoord.
Het had ook anders gekund
Onnodig. Maar achteraf gezien was dat natuurlijk niet nodig geweest. Als de Werk-BV voor een bedrag van € 400.000,- geld leent bij de bank, kan de Holding-BV met een bedrijfspand van € 1.200.000,- méér dan voldoende zekerheid bieden. Mocht de Werk-BV de schuld niet kunnen betalen, dan kan de bank gebruikmaken van het hypotheekrecht dat door de Holding-BV is verleend.
Dus: goed om te weten. Bent umet de bank in onderhandeling over kredieten voor de onderneming van uw BV, bekijk dan goed hoeveel zekerheid de BV (en eventueel de Holding-BV) de bank kan geven. Als dat ruim boven het bedrag van de geldlening ligt, is het totaal onnodig om óók nog eens een hypotheekrecht te vestigen op uw woonhuis.
Tip. Als de bank daar niet mee akkoord gaat, kunt u altijd zeggen dat u eens bij een andere bank gaat praten. Vaak zal uw eigen bank dan snel eieren voor zijn geld kiezen.