Bouwen en archeologie
Bij het ontwikkelen van bouwplannen wordt het belang van archeologische vindplaatsen steeds groter. Waar moet u rekening mee houden?
Sinds het Verdrag van Malta waarin de verplichting is opgenomen aandacht aan archeologie te besteden, zijn zowel lokale als andere overheden meer eisen gaan stellen.
Let op. Daardoor is het van belang geworden in welk deel van het land bouwprojecten worden ontwikkeld. Als er een verhoogde kans op archeologische vindplaatsen is, zijn de eisen strenger en zal de bouw langer duren.
Het is dus van belang met deze nieuwe ontwikkelingen rekening te houden.
Wat staat er in het bestemmingsplan?
Archeologische paragraaf. Als bouwer en/of projectontwikkelaar kunt u in een bestemmingsplan met een archeologische paragraaf en specifieke voorschriften worden geconfronteerd.
De meeste ‘oude’ bestemmingsplannen hebben nog geen specifieke archeologieparagraaf, omdat het Verdrag van Malta nog niet zo oud is.
De nieuw te ontwikkelen bestemmingsplannen moeten wel aan archeologie-eisen voldoen. De Raad van State heeft dit jaar bepaald dat ieder bestemmingsplan specifieke voorschriften inzake archeologie moet bevatten, zeker indien het bestemmingsplan een gebied betreft met een hoge of middelhoge verwachtingswaarde. Als dat niet het geval is, dan kan een bestemmingsplan geheel of gedeeltelijk worden vernietigd en zal een gemeente helemaal opnieuw moeten beginnen.
Tip. Als u wilt gaan bouwen in een gebied met een hoge of middelhoge verwachtingswaarde en er wordt een nieuw bestemmingsplan voorbereid, is het zaak de archeologievoorschriften goed in de gaten te houden. Probeer zo veel mogelijk met de betreffende gemeente te overleggen, want de consequenties kunnen ernstig zijn indien er onzorgvuldig onderzoek wordt gedaan.
Vrijstelling van bestemmingsplan
Als het nog een tijd duurt voordat een nieuw bestemmingsplan gaat gelden, kunt u er als bouwer voor kiezen een vrijstellingsprocedure te gaan volgen. Dat kan via een zogenaamde ‘zelfstandige projectprocedure’ (artikel 19 WRO) of een wijzigings- of uitwerkingsplan (artikel 11 WRO).
Ruimtelijke onderbouwing. In beide gevallen is een ruimtelijke onderbouwing verplicht. In die ruimtelijke onderbouwing zal ook een archeologieparagraaf moeten worden opgenomen. Ingeval van een vrijstelling moet u als bouwer het archeologisch onderzoek binnen het projectgebied zelf betalen, net als de andere onderzoeken die moeten plaatsvinden. Maar u heeft dan wel meer invloed op de vraag of er voldoende onderzoek is gedaan.
Tip. Via een vrijstelling kunt u sneller gaan bouwen dan ingeval van wijziging van een geheel bestemmingsplan.
Ook hier blijft het van belang te onderzoeken of de toelichting en de voorschriften op een juiste manier in de ruimtelijke onderbouwing zijn opgenomen, zodat deze de toets van de provincie en eventueel de rechter kunnen doorstaan.
Een goede voorbereiding
Als u een bouwplan wilt gaan ontwikkelen in een gebied met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde, is het van belang goede voorbereidingen te treffen.
Streekplan. Allereerst is het belangrijk om te onderzoeken of het bouwproject in een dergelijk gebied ligt. Het geldende streekplan van de betreffende provincie kan daarbij als wegwijzer dienen. Daarnaast moet u in goed overleg met de gemeente een voldoende archeologische paragraaf in uw ruimtelijke onderbouwing opnemen.