Bedrijfsspecifieke excretie voor uw melkbedrijf?
Wilt u in 2008 de bedrijfsspecifieke excretie (BEX) toepassen in uw melkveebedrijf? Of past u de BEX al toe in 2007? Wat is nu belangrijk?
Bedrijfsspecifieke excretie. Voor veel melkveebedrijven levert het toepassen van de BEX voordelen op ten opzichte van de forfaitaire berekening. Dit zijn met name bedrijven die veel energierijke producten, zoals mais, voeren en die relatief weinig ruw eiwit in het rantsoen hebben. Tip. Via BEX kan de totale mestaanvoer verminderd worden of kan eventueel (meer) mest aangevoerd worden. Tevens kan BEX ertoe leiden dat de ruimte voor fosfaatkunstmest groter wordt, wat zeker in 2008 van belang kan zijn. De fosfaatgebruiksnorm is immers in 2008 lager dan in 2007. Tip. De methode van berekening staat in de ‘Handreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee’ (Handreiking) zie http://www.hetlnvloket.nl
Let op. Kunt u minder dan 85% van de totale fosfaatproductie op uw eigen grond plaatsen? Dan voldoet u niet aan alle voorwaarden om boer-boer-transport te mogen toepassen. Tip. Als u door het toepassen van BEX de berekende fosfaatproductie kunt verlagen, kunt u misschien wel boer-boer-transport toepassen en dus kosten besparen.
Acties. Als u BEX toepast, moet u alle voervoorraden per 1 januari vastleggen. Dit mag u zelf doen. Naast de hoeveelheden voer moet u ook alle voeropslagen op een schets vastleggen, voorzien van een datum en uw handtekening.
Alle kuilen moeten vóór het aanbreken bemonsterd en opgemeten worden volgens het protocol uit bijlage 1 van de Handreiking. Dit moet gebeuren door een erkend laboratorium.
Let op. Het is verplicht om de kuilen die in 2007 en in 2008 gevoerd worden voor het aanbreken in 2007 te bemonsteren en de hoeveelheid te bepalen. Dit geldt dus ook als u in 2007 de BEX niet toepast en in 2008 wel.
Bemonstering kleine kuilen. In principe is het verplicht dat u elke afzonderlijke partij laat bemonsteren en opmeten. Tip. In de Handreiking is onlangs een uitzondering voor kleine kuilen opgenomen. U kunt het analyseresultaat van een grote kuil ook van toepassing verklaren op een kleine kuil. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: 1. De kleine kuil omvat maximaal 50 m3 en is maximaal 10% van het totaal (dus max. 10% van de optelsom van de kleine en de grote kuil);
2. Voor de kleine kuil wordt het analyseresultaat gebruikt van de grote kuilen met de meest nabijgelegen oogstdatum (er is dus geen vrije keuze in het koppelen van kuilen). Voor de hoeveelheidbepaling moet u wel beide kuilen laten opmeten.
Zomerstalvoedering
Als u zomerstalvoedering toepast, wordt er altijd van uitgegaan dat 35% van de totale grasopname uit vers gras bestaat. De gehalten van het verse gras worden afgeleid van de gemiddelde samenstelling van de graskuilen. Deze worden uitgedrukt in stikstof (N) of fosfor (P) per voedereenheid melk (VEM). De verhouding is: N/VEM zomerstalvoedering = 1.05 x N/VEM kuilgras. En P/VEM zomerstalvoedering = 1.03 x P/VEM kuilgras. Let op. Het aantal dagen zomerstalvoedering of beweiding heeft geen invloed op de BEX-berekening. Een klein aantal dagen zomerstalvoedering of beweiding kan dus nadelig uitpakken. Er wordt immers wel met een grote hoeveelheid vers gras gerekend (meer N en P).
Handreiking. De ‘Handreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee’ is geen wettelijk vastgelegd document. Het is dan ook geen verplichting om de BEX-berekening conform de Handreiking uit te voeren. Het Ministerie van LNV heeft echter aangegeven, dat de resultaten van BEX-berekeningen die conform de Handreiking zijn uitgevoerd, worden geaccepteerd. Afwijkingen hierop moeten door uzelf worden onderbouwd. Het is echter afwachten of de AID dit accepteert.